9.De beslissing
-
spreekt verdachte vrijvan de onder 3, 6 en 8 tenlastegelegde feiten;
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1, 5, 7 en 9:Telkens: Diefstal door twee of meer verenigde personen;
feiten 2 en 4:Telkens: Diefstal door twee of meer verenigde personen
waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 10:Diefstal;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 18 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
Feit 1:
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 165,75 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 6 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 1](feit 1),
€ 165,75te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
3 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] B.V. van
€ 656,03 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 14 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 2] B.V.(feit 2),
€ 656,03te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 14 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
13 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] B.V. van
€ 200,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 25 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 2] B.V.(feit 4),
€ 200,-te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 25 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
4 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Bergen, voorzitter, mr. K. Verschueren en mr. L.W. Boogert, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Tafazzul, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 maart 2025.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat te tekenen.