10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1, 5, 9:Telkens: Diefstal door twee of meer verenigde personen;
feiten 2, 4 en 7:Telkens: Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de
schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van verbreking;
feiten 3, 6 en 8:Telkens: Diefstal;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Novadic-Kentron reclassering op het adres Korte Raamstraat 3 te Breda en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
* dat verdachte gedurende de proeftijd actief zal deelnemen aan de gedragsinterventie CoVa-training of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen zoals die gedurende deze gedragsinterventie door of namens voornoemde instelling aan verdachte zullen worden gegeven;
* dat verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van dagbesteding, zoals (betaald) werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
* dat verdachte meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt het meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
* dat verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
* dat verdachte risicovolle en criminele contacten mijdt en problemen/risico’s direct bij de reclassering meldt;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
2 45,5 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-2024173769-G2747035)
3 3,8 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-2024173769-G2747038)
4 4 STK Cocaine (Omschrijving: PL2000-2024173769-G2747040)
5 4 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-2024173769-G2747046)
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
6 1 STK Gereedschapskist (Omschrijving: Boormachine, hbm doosjes rood,
pomp Makita, blauwe band, gele stanley fatmax, groen, merk: Makita)
7 1 STK Gereedschap (Omschrijving: Boren, Boorkop)
8 1 STK Compressor (Omschrijving: Groen, merk: Makita)
9 1 STK Schroefmachine (Omschrijving: Groen, merk: Makita)
10 1 STK Gereedschap (Omschrijving: Rood, merk: Hbm Bitset)
11 1 STK Gereedschap (Omschrijving: Blauw, merk: Ferrock bitjes)
12 1 STK Breekijzer (Omschrijving: Stanley)
13 1 STK Gereedschap (Omschrijving: Grijs, merk: Finishnailer)
14 1 STK Onderdeel van (Omschrijving: Incompleet spanband, Blauw, merk:
15 5 STK Gereedschap (Omschrijving: 5 verschillende boortjes)
Benadeelde partijen
Feit 1:
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 165,75 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 6 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 1](feit 1),
€ 165,75te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
3 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] B.V. van
€ 656,03 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 14 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 2] B.V.(feit 2),
€ 656,03te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 14 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
13 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 3] van € 1.049,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 3](feit 3),
€ 1.049,-te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 18 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
20 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] B.V. van
€ 200,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 25 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 2] B.V.(feit 4),
€ 200,-te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 25 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
4 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 4] van
€ 535,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 4](feit 4),
€ 535,-te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 28 mei 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
10 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Bergen, voorzitter, mr. K. Verschueren en mr. L.W. Boogert, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Tafazzul, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 maart 2025.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat te tekenen.