ECLI:NL:RBZWB:2025:1416
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 maart 2025, wordt het beroep van eiser, die zich richtte tegen de Staatssecretaris van Financiën, niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 10 oktober 2024, waarin zijn verzoek om informatie openbaar te maken niet in behandeling was genomen. De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld op basis van afdeling 8.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), en heeft besloten zonder zitting uitspraak te doen, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was.
De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 194,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiser per aangetekende brief op 13 februari 2025 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen, maar eiser heeft dit verzuimd zonder een geldige reden te geven. De rechtbank legt uit dat het niet tijdig betalen van het griffierecht alleen kan leiden tot ontvankelijkheid als er een goede reden is voor het verzuim, wat in dit geval niet is aangetoond.
Daarom blijft het bestreden besluit van de Staatssecretaris in stand en wordt er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.