ECLI:NL:RBZWB:2025:1384
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Jansen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot zorgmachtiging wegens onbekend verblijf betrokkene
Op 24 februari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek om zorgmachtiging. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden voor betrokkene, geboren in 1991, die op dat moment zwervend was en niet op de hoogte leek van de zitting. De advocaat van betrokkene betwijfelde of haar cliënt op de hoogte was van de procedure en stelde vraagtekens bij de doelmatigheid van de zorgmachtiging, gezien de eerdere ervaringen van betrokkene met opname en haar huidige onbekende verblijfplaats.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet op de hoogte was van de mondelinge behandeling, die op 20 februari 2025 had plaatsgevonden. De rechtbank kon niet vaststellen waar betrokkene zich bevond en of zij gehoord wilde worden. De advocaat had geen contact kunnen krijgen met betrokkene, en ook de medische specialist had haar niet kunnen onderzoeken. Gezien deze omstandigheden en het feit dat er geen zicht was op een oplossing voor de situatie van betrokkene, heeft de rechtbank geconcludeerd dat niet voldaan werd aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2025 door mr. Jansen, rechter, en op schrift gesteld op 10 maart 2025. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.