In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 maart 2025, beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de inspecteur van de belastingdienst. Belanghebbende heeft in juni 2024 aanvragen ingediend voor ambtshalve vermindering en herziening van aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De inspecteur heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvragen, wat heeft geleid tot de beroepen. De rechtbank oordeelt dat de beroepen gegrond zijn, omdat de inspecteur de wettelijke beslistermijnen heeft overschreden. De rechtbank bepaalt dat de inspecteur binnen twee weken na de uitspraak alsnog besluiten moet nemen op de aanvragen. Tevens legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per aanvraag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,- per aanvraag. De rechtbank stelt de dwangsom vast op € 1.442 per aanvraag en bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 51,- aan belanghebbende moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.