Uitspraak
1.De procedure
- de akte van SVHH van 10 juli 2024 met producties;
- de antwoordakte van L&M van 27 augustus 2024 met één productie;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 5 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen SVHH PRODUCTS B.V. en LAMPEN & MEER B.V. SVHH vorderde dat L&M zou worden veroordeeld tot levering van banken, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat SVHH niet heeft kunnen bewijzen dat de banken daadwerkelijk aan L&M zijn geleverd. De procedure omvatte verschillende producties, waaronder Whatsapp-berichten en vrachtbrieven, maar de kantonrechter oordeelde dat de bewijsvoering van SVHH onvoldoende was. L&M heeft steeds ontkend de banken te hebben besteld en heeft bewijsstukken overgelegd die deze ontkenning ondersteunen. De kantonrechter concludeerde dat SVHH niet is geslaagd in het leveren van het gevraagde bewijs, waardoor de vordering werd afgewezen. SVHH werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van L&M, die zijn begroot op € 50,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.