ECLI:NL:RBZWB:2025:129
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde woning en aanslag onroerendezaakbelastingen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 januari 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de WOZ-waarde van zijn woning beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk had de waarde van de woning vastgesteld op € 1.182.000 per 1 januari 2022, maar na bezwaar werd deze verlaagd naar € 1.134.000. De rechtbank behandelt het beroep dat is ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van 29 augustus 2023. De rechtbank concludeert dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en dat de aanslag onroerendezaakbelastingen (OZB) gehandhaafd blijft. De rechtbank overweegt dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft gegeven in de argumenten voor de waardevaststelling en dat de referentiewoningen, hoewel niet allemaal in dezelfde plaats gelegen, voldoende vergelijkbaar zijn met de woning van de belanghebbende. De rechtbank wijst erop dat de heffingsambtenaar rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de woningen en dat de waarde op basis van de vergelijkingsmethode is vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de belanghebbende zijn griffierecht niet vergoed krijgt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.