ECLI:NL:RBZWB:2025:1224
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen op Wajong-besluit door UWV
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om terug te komen op het besluit van 8 februari 2011, waarbij eiseres geen Wajong-uitkering is toegekend. Het UWV heeft het verzoek van eiseres om herziening van dit besluit afgewezen met een besluit van 7 mei 2024, en het bezwaar daartegen is bij besluit van 15 augustus 2024 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 27 februari 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar begeleidster aanwezig waren, evenals mr. H.M. van Gent namens het UWV. Na de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank oordeelt dat het UWV op goede gronden heeft geweigerd om terug te komen op het besluit van 8 februari 2011. Eiseres heeft als nieuw feit aangevoerd dat recent is vastgesteld dat zij autisme heeft, maar deze diagnose verandert niets aan de eerdere vaststelling dat zij vanaf haar 17e jaar meer dan 75% van het minimumloon kon verdienen. Eiseres heeft gewerkt via een uitzendbureau, maar het UWV heeft informatie ontvangen dat zij nooit ziek is geweest en dat haar werk goed ging. Eiseres' stelling dat haar baas haar de hand boven het hoofd heeft gehouden, is niet onderbouwd. De rechtbank concludeert dat eiseres niet voldoende nieuwe feiten heeft aangedragen om het eerdere besluit te herzien, en verklaart het beroep ongegrond.
Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 februari 2025 door mr. M. Breeman, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier.