Op 26 februari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak werd behandeld door de meervoudige kamer, waarbij de moeder, momenteel gedetineerd in België, digitaal aanwezig was via MS Teams. De gecertificeerde instelling (GI), Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor een jaar. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het gezag van de moeder over [minderjarige] bij een eerdere beschikking is beëindigd en de GI tot voogdes is benoemd. Hierdoor had de GI geen belang meer bij de verzoeken om verlenging. De rechtbank heeft de verzoeken van de GI afgewezen en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven.