Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 30 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij tegen [werkgever] verstek is verleend.
2.De beoordeling
.De proceskosten van [werknemer] worden begroot op:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 februari 2025 een verstekvonnis gewezen in een kort geding tussen een werknemer en zijn werkgever. De werknemer, vertegenwoordigd door Arslan & Arslan Advocaten, vorderde loon en reiskosten, evenals een transitievergoeding. De werkgever was niet verschenen in de procedure. De kantonrechter heeft de vordering van de werknemer grotendeels toegewezen, met uitzondering van de transitievergoeding en een deel van de gevorderde loon- en reiskosten, vanwege een rekenfout in de dagvaarding en het ontbreken van ernstige verwijtbaarheid van de werkgever. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer geen recht had op de transitievergoeding, omdat de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer zelf was en niet het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van het toegewezen bedrag aan loon en reiskosten, wettelijke verhogingen, en proceskosten. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het niet verstrekken van deugdelijke salarisspecificaties. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.