Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het stilstaan op een trottoir, wat in strijd is met de verkeersvoorschriften. De betrokkene, die lijdt aan een chronische rugklacht, voerde aan dat hij vanwege zijn medische situatie genoodzaakt was om dichtbij zijn fysiotherapeut te parkeren, omdat hij anders niet in staat was om de afstand te overbruggen. Hij had een briefje in zijn voertuig achtergelaten om zijn situatie uit te leggen. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedraging wel degelijk had plaatsgevonden, maar dat er aanleiding was om de boete te matigen. De kantonrechter heeft de boete verlaagd tot € 50,00, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van de betrokkene. Daarnaast is de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, die in totaal € 777,00 bedragen. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling moet aan de betrokkene worden terugbetaald.