ECLI:NL:RBZWB:2025:1042
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een besluit tot woningsluiting op grond van de Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 februari 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Hulst. De burgemeester had op 21 januari 2025 besloten om de woning van verzoekster voor drie maanden te sluiten, omdat er 960,9 gram hennep in de woning was aangetroffen. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld en geconcludeerd dat de burgemeester niet alle relevante feiten en omstandigheden voldoende heeft meegenomen in de redelijkheidstoets. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van het besluit toegewezen, omdat er twijfels bestonden over de evenredigheid van de sluiting en de gevolgen daarvan voor verzoekster, die zorg nodig heeft. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de sluiting van de woning niet mag plaatsvinden tot twee weken na de beslissing op het bezwaarschrift van verzoekster. Tevens is de burgemeester veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan verzoekster.