Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 5 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor een cliënt, geboren in 1938. Het verzoek is ingediend naar aanleiding van de zorgbehoefte van de cliënt, die lijdt aan dementie en daarbij ernstige geheugen- en oriëntatieproblemen vertoont. De cliënt heeft een achteruitgang in zijn toestand ervaren, waardoor hij 24-uurs zorg en ondersteuning nodig heeft, die zijn echtgenote niet meer kan bieden. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 februari 2024 waren de cliënt, zijn echtgenote, zijn zoon en de casemanager dementie aanwezig. De cliënt verzet zich tegen opname, maar de casemanager en de familie steunen het verzoek van het CIZ. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opname noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen, zoals levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 5 augustus 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van Dun en is op 9 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt.