ECLI:NL:RBZWB:2024:977
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. van Dun
- Rechtspraak.nl
Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis
Op 5 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1988. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) vanwege de psychische stoornis van betrokkene. Het verzoekschrift was ingediend op 19 januari 2024, vergezeld van diverse bijlagen, waaronder medische verklaringen en een zorgplan.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 februari 2024 werd betrokkene gehoord, bijgestaan door haar advocaat, mr. P.R. Klaver. De zorgverantwoordelijke gaf aan dat betrokkene nog niet in staat is om haar leven volledig zelfstandig te organiseren, ondanks dat zij momenteel niet psychotisch is. Betrokkene zelf stelde dat zij voldoende ondersteuning heeft van haar omgeving en dat een zorgmachtiging niet noodzakelijk is. De rechtbank concludeerde echter dat er ernstig nadeel voor betrokkene en anderen bestaat als gevolg van haar stoornis, en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid tot verlenging, en bepaalde dat verplichte zorg kan worden toegepast, waaronder toediening van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van betrokkene. De beslissing is genomen met inachtneming van de noodzaak om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en te herstellen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van Dun en schriftelijk uitgewerkt op 9 februari 2024.