ECLI:NL:RBZWB:2024:973

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
C/02/417658 / FA RK 24/25
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 29 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek om zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie ten aanzien van een betrokkene, geboren in 1970, die op dat moment in een problematische situatie verkeerde met betrekking tot haar huwelijk en gezin. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 29 januari 2024 gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat, een psychiater en een zorgverlener van het FACT team aanwezig waren. De betrokkene gaf aan dat het beter met haar ging en dat zij de ambulante zorg van het FACT team als een steun ervoer, maar dat zij niet langer onder verplichte zorg wilde vallen.

De psychiater benadrukte dat er in het verleden sprake was van psychotische decompensatie en dat verplichte zorg noodzakelijk was om een terugval te voorkomen. De advocaat van de betrokkene voerde echter aan dat er momenteel geen reden was voor verplichte zorg, aangezien er geen psychotische symptomen meer aanwezig waren en de betrokkene vrijwillig meewerkte aan de zorg.

Na beoordeling van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling concludeerde de rechtbank dat de betrokkene in de maanden voorafgaand aan de zitting een stijgende lijn vertoonde in haar geestelijke gezondheid. De rechtbank oordeelde dat niet voldaan werd aan de wettelijke criteria voor het verlenen van de gevraagde zorgmachtiging en wees het verzoek af. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. Phillips en is op 2 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/417658 / FA RK 24/25
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 29 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1970 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. V.C. Andeweg te Breda.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 2 januari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 21 december 2023;
- de medische verklaring van 19 december 2023;
- een zorgplan van 13 december 2023;
- een zorgkaart van 13 december 2023;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 29 januari 2024, bij betrokkene thuis.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- de heer [naam 1] , psychiater;
- mevrouw [naam 2] , FACT.
Tevens was aanwezig, maar is niet gehoord:
- de heer [naam 3] , advocaat.
Er is tijdens de mondelinge behandeling gebruik gemaakt van de diensten van
mevrouw [naam 4] , tolk in de Indonesische taal.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene merkt op dat het inmiddels beter met haar gaat, maar dat zij het nog wel moeilijk heeft met de situatie rondom haar huwelijk/gezin. Ook heeft zij nog steeds last van slaapproblemen. Zij is eigener beweging gestopt met medicatiegebruik, omdat zij wegens de bijwerkingen daarvan niet goed meer functioneerde. Ook had zij nooit eerder medicatie gebruikt. Zij is blij met de steun die zij krijgt van enkele buren en vooral met de zorg die door het FACT team in ambulante vorm wordt geboden. Deze ambulante zorg voelt voor haar als een extra vangnet. Zij wil daarom dat die zorg blijft doorlopen. Echter hoeft dit niet in een verplicht kader, nu zij vastbesloten is daaraan in een vrijwillig kader te blijven meewerken.
3.2
De psychiater brengt naar voren dat betrokkene met de haar geboden ambulante zorg - waaronder aanvankelijk ook medicatie toediening - werkt aan persoonlijk en maatschappelijk herstel. Betrokkene is door de problematische situatie rondom haar huwelijk en gezin de nodige sociale contacten kwijt geraakt. De door het FACT team geboden ambulante zorg wordt ook daarom door haar als zeer welkom ervaren. Hij wijst erop dat er momenteel weliswaar een pril herstel wordt gezien, maar dat zich in juli 2023 nog de situatie voordeed, waarbij sprake was van psychotische decompensatie en het zich niet open stellen voor de daarvoor noodzakelijke zorg en dit vervolgens tot een crisissituatie en een verplichte opname heeft geleid. Bovendien heeft betrokkene in de daarop volgende periode zelf besloten met medicatiegebruik te stoppen. Dit was in strijd met het behandeladvies, dat zag op een geleidelijke afbouw van de medicatie. Of/in hoeverre de huidige verbetering de komende tijd zal uitmonden in een bestendig herstel valt op grond van de actuele omstandigheden niet te voorspellen. Daarom is de verzochte verplichte zorg nog nodig. Daarmee kan worden voorkomen dat zij een zodanige terugval krijgt dat er opnieuw een crisissituatie ontstaat.
3.3
De zorgverlener van het FACT team sluit zich aan bij hetgeen door de psychiater naar voren is gebracht.
3.4
De advocaat van betrokkene voert aan dat betrokkene in een eerder stadium, er was toen al sprake van herstel, heeft besloten met medicatiegebruik te stoppen. Sindsdien is er sprake van een stijgende lijn. Dit is nu nog steeds het geval, immers blijkt zowel uit de medische verklaring als uit de mondelinge behandeling dat er bij betrokkene op dit moment van psychotische symptomen geen sprake is. Er is daarom geen reden voor verplichte zorg. Wel is er bij haar in dit stadium nog behoefte aan voortgezette ambulante zorg vanuit het FACT team. Die hoeft echter niet in een verplicht kader plaats te vinden, omdat betrokkene daaraan al vrijwillig meewerkt. Namens betrokkene verzoekt zij daarom primair het verzoek af te wijzen. In het geval dat de rechtbank anders mocht oordelen verzoekt zij subsidiair uitsluitend als verplichte zorgvorm het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, op te leggen, zij het voor een kortere periode, te weten voor de duur van maximaal zes maanden.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is onweersproken komen vast te staan dat zich in juli 2023 een situatie heeft voorgedaan, waarin bij betrokkene sprake was van psychotische decompensatie en van daaruit veroorzaakt ernstig nadeel, gelegen in maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar was. Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, was zorg noodzakelijk. Bedoelde zorg kon op dat moment wegens het ontbreken van mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis niet anders dan in een verplicht kader worden geboden.
4.2
De inhoud van de stukken, meer specifiek de medische verklaring, en de mondelinge behandeling strekken tot de overtuiging dat er gedurende de daarop volgende maanden bij betrokkene sprake is van een stijgende lijn, terwijl betrokkene in oktober 2023 al eigener beweging met het gebruik van de haar voorgeschreven medicatie is gestopt. Ook blijkt uit het actuele toestandsbeeld van betrokkene niet van symptomen duidend op (beginnende) psychotische ontregeling. Betrokkene is blij met de haar geboden hulpverlening door het FACT team en het is haar uitdrukkelijke wens om die hulpverlening voort te zetten. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat niet wordt voldaan aan de wettelijke criteria om de gevraagde machtiging te verlenen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Phillips, rechter en in het openbaar uitgesproken op 29 januari 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 2 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.