ECLI:NL:RBZWB:2024:954
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft eiser, wonende in [plaats], beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Het bestreden besluit, gedateerd 13 juli 2023, verklaarde het bezwaar van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag voor een eenmalige energietoeslag ongegrond op basis van de Participatiewet. De rechtbank heeft het beroep zonder zitting behandeld, omdat het kennelijk niet-ontvankelijk was. Dit is mogelijk op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiser in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen binnen vier weken na dagtekening van zowel een gewone als een aangetekende brief. Eiser heeft echter geen betaling verricht en ook geen verontschuldiging voor het verzuim gegeven. Hierdoor is er geen aanleiding om het beroep ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van L.J. Sijtsma, griffier, op 9 februari 2024. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.