Op 5 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012. De zaak betreft de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland als gecertificeerde instelling (GI) en de ouders van de minderjarige, die beiden vertegenwoordigd waren door hun advocaten. De kinderrechter heeft de ouders en de GI gehoord tijdens een mondelinge behandeling, waarbij ook de minderjarige zelf aan het woord is gekomen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een ouderschapsplan is opgesteld door de ouders, maar dat er nog zorgen zijn over de opvoedsituaties bij beide ouders. De moeder heeft aangegeven dat zij het belangrijk vindt dat de minderjarige in de zomer van 2025 bij haar komt wonen, terwijl de vader en de GI zorgen hebben over de situatie bij de moeder. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling moet worden verlengd om de situatie van de minderjarige te blijven monitoren en om haar te ondersteunen in de overgang naar het wonen bij haar moeder. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze onmiddellijk kan ingaan, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.