Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 7 km per uur te hard op de N261 Burgemeester Bechtweg te Tilburg op 18 juli 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, Meerts Belastingadvies en Rechtsbijstand B.V., had een beroepschrift ingediend.
De gemachtigde voerde aan dat de officier van justitie ten onrechte het beroep ongegrond had verklaard, omdat de betrokkene uit een 60 km-zone kwam die niet geëindigd was. De gemachtigde stelde dat de aangegeven rijroute voldoende concreet was, aangezien er geen verschillende wegen waren om op de pleeglocatie te komen. Daarnaast werd er een verzoek gedaan om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, stelde echter dat de opgegeven rijroute een niet-bestaande straat bevatte, waardoor deze onvoldoende concreet was en de bebording niet kon worden gecontroleerd. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van deze verklaring. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af.