Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
zwaar lichamelijk letselin de zin van artikel 82 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
In de beoordeling kan echter ook worden betrokken of sprake is van restschade in de vorm van littekens. Daarbij kunnen van belang zijn het uiterlijk en de ernst van het litteken en daarmee samenhangend, de mate waarin dat litteken het lichaam van het betreffende slachtoffer ontsiert. Weliswaar staat vast dat bij er [slachtoffer 2] sprake is van een blijvend litteken op het voorhoofd, maar de mate waarin dat litteken zijn lichaam ontsiert is onvoldoende om te kunnen concluderen dat er sprake is van zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 82 Sr. Dat geldt ook voor het litteken op de onderrug. nu deze niet meteen zichtbaar is.
5.De strafbaarheid
in verminderde mateaan verdachte toe te rekenen.
ontoerekeningsvatbaarte verklaren voor de feiten als gevolg waarvan hij moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
nietaan verdachte toe te rekenen.
6.De strafoplegging
De voorzichtigheid komt voort uit het feit dat verdachte ambivalent staat tegenover toekomstige abstinentie van cannabisgebruik en op dit moment niet openstaat voor medicatiegebruik. Wel heeft verdachte zich volgens de reclassering bereid verklaard tot medewerking aan de geadviseerde voorwaarden. De reclassering adviseert de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden, omdat de kans op een misdrijf met schade voor personen groot is. Daarnaast adviseert zij aan verdachte op te leggen een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr, omdat er al langere tijd sprake is van ernstige problemen op diverse leefgebieden en gewelddelicten in ernst lijken toe te nemen.
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het primair ten laste gelegde feit;
een gevangenisstraf van 6 (zes) maanden;
de tijddie verdachte voor de tenuitvoerlegging van de uitspraak
in voorarrestheeft doorgebracht
in minderingwordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
terbeschikkingstellingvan verdachte en stelt daarbij als
voorwaardendat:
dadelijk uitvoerbaaris;
de maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;