Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor:
- de kennisgeving sepot van 17 augustus 2023;
- de stukken waaruit blijkt dat verzoeker op 13 december 2022 in verzekering is gesteld en op 16 december 2022 in vrijheid is gesteld;
- de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie.
2.De beoordeling
4 dagen in verzekering en/of voorlopige hechtenisop het politiebureau doorgebracht. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau of in het Huis van Bewaring met beperkingen of in een extra beveiligde inrichting (EBI) en € 100,00 in de overige gevallen.
€ 1.040,00.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 1.040,00, bestaande uit schade wegens ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis;
€ 1.040,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 1] ten name van [verzoeker] onder vermelding van “20230387”
€ 680,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 2] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Berte Advocaten, onder vermelding van “[verzoeker] / Schadevergoeding dossier 20230387”