ECLI:NL:RBZWB:2024:9441

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
10 februari 2025
Zaaknummer
02-288025-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over klaagschrift inzake teruggave van in beslag genomen Audi R8 Spyder

Op 20 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in een zaak waarin klager, geboren in 1989, een klaagschrift had ingediend op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Het klaagschrift betrof de teruggave van een in beslag genomen Audi R8 Spyder, die op 7 maart 2024 onder klager in beslag was genomen. De procedure kende verschillende zittingen, waarbij de officier van justitie, mr. M.E.W.G. Stals, betrokken was. Klager en zijn advocaat, mr. P.A. Groenhuis, waren niet verschenen bij de behandeling van het klaagschrift op 10 december 2024, maar de rechtbank had eerder al de behandeling aangehouden om klager in de gelegenheid te stellen aanvullende stukken aan te leveren over de waarde van de Audi en de procedures in Duitsland.

Op 18 november 2024 had het Openbaar Ministerie besloten tot teruggave van de Audi aan klager, en dit werd bevestigd tijdens de zitting op 10 december 2024. De rechtbank oordeelde dat, nu er al een beslissing tot teruggave was genomen, klager geen belang meer had bij zijn klaagschrift. Daarom werd klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. De uitspraak werd gedaan door mr. J.C.A.M. Los, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. S.H.M.R. Chevalier-Verbunt, en vond plaats op de openbare zitting van 20 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Breda
parketnummer : 02-288025-24
raadkamernummer : 24-009466
datum : 20 december 2024
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager] ,
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. P.A. Groenhuis, advocaat te Breda
(Michiel de Ruyterstraat 2, 4819 AD Breda),
hierna te noemen: klager.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het klaagschrift op grond van artikel 552a Sv, ingediend op 3 april 2024 ter griffie van deze rechtbank;
  • de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op 7 maart 2024 onder klager in beslag is genomen een personenauto, merk Audi R8 Spyder, (hierna: de Audi);
  • de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie van 18 april 2024;
  • het proces-verbaal van de raadkamerzitting van 20 augustus 2024;
  • het aanvullende standpunt van het Openbaar Ministerie van 24 oktober 2024;
  • het proces-verbaal van de raadkamerzitting van 29 oktober 2024;
  • de beslissing van het Openbaar Ministerie tot teruggave van de Audi aan klager van 18 november 2024 en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Op 10 december 2024 is het onderzoek door de raadkamer voortgezet. Hierbij is de officier van justitie mr. M.E.W.G. Stals gehoord.
Klager en mr. P.A. Groenhuis zijn behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift in raadkamer verschenen.
Op 24 augustus 2024 is de behandeling van onderhavig klaagschrift aangehouden om klager in de gelegenheid te stellen om een aantal stukken omtrent de procedure(s) in Duitsland en de waarde van de onderdelen van de in beslag genomen Audi te verstrekken aan de rechtbank en de officier van justitie.
Op 24 oktober 2024 heeft het Openbaar Ministerie zich naar aanleiding van de door klager verstrekte stukken aanvullend op het standpunt gesteld dat - gelet op de waarde van de
Audi – deze bij hoge uitzondering na demontage teruggegeven kan worden aan klager.
Op 29 oktober 2024 is de behandeling van onderhavig klaagschrift opnieuw aangehouden om klager in de gelegenheid te stellen de Audi op te halen en te laten demonteren. Wanneer dit is gebeurd, kan bij de volgende behandeling in raadkamer beoordeeld worden of er nog een strafvorderlijk belang is bij het voortduren van het beslag op het voertuig.
Op 18 november 2024 heeft het Openbaar Ministerie schriftelijk kenbaar gemaakt dat er is besloten tot teruggave van de Audi aan klager. De officier van justitie heeft in raadkamer van 10 december 2024 bevestigd dat de Audi zonder de chassisbalk teruggegeven wordt aan klager.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend.
Uit de onderliggende stukken en de nadere toelichting van de officier van justitie in raadkamer begrijpt de rechtbank dat er op 18 november 2024 door het Openbaar Ministerie is beslist tot teruggave van de Audi aan klager en dat de opdracht hiertoe is uitgezet bij Domeinen Roerende zaken voor de feitelijke afhandeling. Nu er reeds een last tot teruggave is gegeven, heeft klager geen belang meer en zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart klager niet-ontvankelijk in het beklag.
Deze beslissing is genomen door mr. J.C.A.M. Los, rechter, in tegenwoordigheid van
mr. S.H.M.R. Chevalier-Verbunt, griffier, en is uitgesproken op de openbare zitting van 20 december 2024.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).