Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het klaagschrift op grond van artikel 552a Sv, ingediend op 3 april 2024 ter griffie van deze rechtbank;
- de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op 7 maart 2024 onder klager in beslag is genomen een personenauto, merk Audi R8 Spyder, (hierna: de Audi);
- de schriftelijke reactie van het Openbaar Ministerie van 18 april 2024;
- het proces-verbaal van de raadkamerzitting van 20 augustus 2024;
- het aanvullende standpunt van het Openbaar Ministerie van 24 oktober 2024;
- het proces-verbaal van de raadkamerzitting van 29 oktober 2024;
- de beslissing van het Openbaar Ministerie tot teruggave van de Audi aan klager van 18 november 2024 en
- de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
2.De beoordeling
3.De beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).