Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
terVerordening). Aangezien het verzoek na 1 augustus 2022 is ingediend is de Brussel II-
terVerordening temporeel van toepassing. Met uitzondering van artikel 10 Brussel II-
terVerordening, is de Brussel II-
terVerordening slechts formeel van toepassing indien het kind gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van een EU lidstaat. De rechtbank stelt vast dat de gewone verblijfplaats van [minderjarige] inmiddels in Nederland ligt en redeneert daartoe als volgt.
bisVerordening (en inmiddels de Brussel II-
terVerordening), met name het doel dat de bevoegdheidsregels zijn opgezet in het belang van het kind, en met name beantwoorden aan het criterium van de nauwe verbondenheid (zie arresten 2 april 2009,
A, C-523/07, ECLI:NL:EU:C:2009:225, punten 34 en 35; 22 december 2010,
Mercredi, C-497-10 PPU, ECLI:EU:C:2010:289, punten 44-46; 8 juni 2017,
OL v. PQ, C-111/47, PPU, ECLI:EU:C:2017:436, punt 40).
A, C-523/07, ECLI:NL:EU:C:2009:225, punten 42 en 44; 22 december 2010,
Mercredi, C-497-10 PPU, ECLI:EU:C:2010:289, punten 47; 8 juni 2017,
OL v. PQ, C-111/47, PPU, ECLI:EU:C:2017:436, punt 42).
A, C-523/07, ECLI:NL:EU:C:2009:225).
terVerordening formeel van toepassing is, en bovendien dat de Nederlandse rechter internationaal bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek van de Raad op grond van artikel 7 lid 1 Brussel II-
terVerordening.
lex fori,dat wil zeggen het Nederlands recht is van toepassing op een procedure voor de Nederlandse rechter.
Trb. 1968, nr. 101). Ingevolge artikel 3 van dit verdrag dient een gezagsverhouding die van rechtswege voortvloeit uit de interne wet van de Staat waarvan de minderjarige onderdaan is, in alle verdragsstaten te worden erkend. [minderjarige] was op het moment van geboorte onderdaan van Nederland.
Stcrt. 12 april 2006, nr. 73) alsmede de Onderlinge regeling voortzetting onderlinge regelingen Nederlandse Antillen (
Stcrt. 17 november 2010, nr. 18394). De Voogdijregeling beoogt te voorzien in de voogdij van minderjarigen die zich uit, onder andere, [land] zelfstandig - zonder ouders - willen vestigen in Nederland. Het doel van de Voogdijregeling is te voorkomen dat deze minderjarigen, eenmaal in Nederland, niet meer onder het wettelijk vereiste gezag staan, omdat hun ouders op [land] achterblijven en daardoor geen althans onvoldoende zicht hebben op de minderjarigen in Nederland.
KamerstukkenII 2007-2008, 26 283, nr. 44, blz. 2). De voogdijbeslissing van de Caribische rechter heeft rechtskracht in Nederland op grond van artikel 40 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
KamerstukkenII 2007-2008, 26 283, nr. 44, blz. 2-3).
5.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.