ECLI:NL:RBZWB:2024:9387
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige ondertoezichtstelling van minderjarigen in een complexe gezinsstructuur met ernstige ontwikkelingsbedreigingen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 augustus 2024 een beschikking gegeven over de voorlopige ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze maatregel, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen. De ouders, [de moeder] en [de vader], zijn belast met het ouderlijk gezag, maar zijn niet in staat om samen afspraken te maken in het belang van de kinderen. De minderjarigen ervaren spanningen in het contact met beide ouders, wat leidt tot een dreigend contactverlies. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een acute en ernstige bedreiging voor de ontwikkeling van de minderjarigen bestaat, wat de noodzaak voor de ondertoezichtstelling onderbouwt.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide ouders ingestemd met het verzoek van de Raad. De kinderrechter heeft de ouders en hun advocaten gehoord en heeft geconcludeerd dat de situatie van de minderjarigen zodanig is dat zij voorlopig onder toezicht moeten worden gesteld van een gecertificeerde instelling, in dit geval Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering. De ondertoezichtstelling is vastgesteld voor een periode van drie maanden, met de verwachting dat er gewerkt zal worden aan een plan voor onbelast contact tussen de minderjarigen en beide ouders. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van groot belang is dat de gecertificeerde instelling snel zicht krijgt op de ontwikkeling van de minderjarigen en de communicatie tussen de ouders.