ECLI:NL:RBZWB:2024:9335

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
429476 / FA RK 24-5708
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek zorgmachtiging wegens vrijwilligheid en samenwerking met behandelaren

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, ingediend door de officier van justitie, is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene, die in behandeling is bij een accommodatie, goed samenwerkt met zijn behandelaren en achter zijn behandeling en medicatie staat. Tijdens de mondelinge behandeling, die op 20 december 2024 plaatsvond, is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. S. Köller. De psychiater heeft verklaard dat het goed gaat met betrokkene en dat hij zijn autonomie moet behouden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen noodzaak is voor een zorgmachtiging, aangezien betrokkene vrijwillig in behandeling wil blijven en de wettelijke criteria voor een zorgmachtiging niet zijn vervuld. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Van Eck, rechter, in aanwezigheid van mr. Boomaars, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/429476 / FA RK 24-5708
Datum uitspraak: 20 december 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1978 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats 1] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] te [plaats 2] ,
advocaat: mr. S. Köller te Wijk bij Duurstede.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen van 4 december 2024, binnengekomen bij de rechtbank op 5 december 2024;
  • een bericht van mr. Köller met bijlagen van 19 december 2024, binnengekomen bij de rechtbank op 19 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 20 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • dhr. [naam] , psychiater.
1.3.
De officier van justitie is, zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek, niet verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, van 14 november 2024 is de door de burgemeester van de gemeente Goes van 11 november 2024 gegeven crisismaatregel verlengd tot en met 5 december 2024. Op basis daarvan verblijft betrokkene op dit moment bij [accommodatie] te [plaats 2] .

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene licht toe dat hij na de mondelinge behandeling met ontslag gaat. Het gaat veel beter. Zo heeft betrokkene meer concentratie en kan hij zijn eigen huishouden weer doen. Ook schreeuwt hij niet meer. Betrokkene verklaart daarnaast dat hij baat heeft bij de behandeling van [accommodatie] en de medicatie. De medicatie helpt hem immers om zich beter te kunnen focussen. Tevens slaapt hij beter en ervaart hij geen manie meer. Hij heeft nog wel een hele weg te gaan, maar dit kan vanuit het ambulante kader. Stapsgewijs kan dan worden gewerkt aan de oorzaken van zijn gedrag en het afbouwen van de medicatie. Hij houdt dan alleen depotmedicatie over. Betrokkene wil graag samenwerken met zijn behandelaren om de situatie te verbeteren. Tot slot is er volgens betrokkene sprake van wederzijds vertrouwen en heeft hij een fijn netwerk om op terug te vallen.
4.2.
De advocaat stelt zich namens betrokkene op het standpunt dat het verzoek moet worden afgewezen, aangezien er sprake is van vrijwilligheid. Betrokkene vindt zijn autonomie erg belangrijk en werkt goed samen met de behandelaren.
4.3.
De psychiater verklaart dat betrokkene het fantastisch doet op de afdeling. Het gaat steeds beter met hem. Zo gaat hij met de behandelaren in gesprek en maakt hij zelf goede overwegingen. Daarnaast ziet betrokkene in dat de medicatie hem helpt. De psychiater is van mening dat betrokkene zijn autonomie moet behouden. Een zorgmachtiging is niet meer noodzakelijk, omdat betrokkene vrijwillig in behandeling wil en kan blijven.

5.De beoordeling

Uit de mondelinge behandeling blijkt dat het erg goed gaat met betrokkene. Betrokkene verklaart daarnaast dat hij inziet dat hij baat heeft bij de behandeling en de inname van zijn medicatie. Ook werkt hij goed samen met zijn behandelaren. De psychiater heeft hierop aangevuld dat het van belang is dat betrokkene zijn autonomie behoudt. Het is mogelijk om hem in het vrijwillige kader te behandelen, met als gevolg dat een zorgmachtiging niet meer noodzakelijk is, aldus de psychiater. De advocaat stelt zich namens betrokkene op het standpunt dat het verzoek moet worden afgewezen, nu er sprake is van vrijwilligheid. De rechtbank volgt dit standpunt van de advocaat en is van oordeel dat er niet kan worden voldaan aan de wettelijke criteria voor een zorgmachtiging. Gelet op het voorgaande zal het verzoek dan ook worden afgewezen.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2024 door mr. Van Eck, rechter, in aanwezigheid van mr. Boomaars, griffier, en op schrift gesteld op 3 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.