ECLI:NL:RBZWB:2024:9333

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
429462 / FA RK 24-5699
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking tot rechterlijke machtiging voor opname en verblijf van betrokkene met psychogeriatrische aandoening

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 december 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene, geboren in 1947. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en is toegewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn voor de opname, aangezien betrokkene alle vormen van zorg en begeleiding weigert en de mantelzorger overbelast is. Betrokkene lijdt aan een lichte tot matige vorm van dementie, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeert dat opname in een wzd-accommodatie noodzakelijk is om de veiligheid en zorg voor betrokkene te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/429462 / FA RK 24-5699
Datum uitspraak: 20 december 2024
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1947 in [geboorteplaats] , [land] ,
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats 1] ,
advocaat: mr. E.S. van Aken te Zierikzee.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen van 4 december 2024, binnengekomen bij de rechtbank op 5 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 20 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat en een telefonische tolk Duits (dhr. [naam 1] , tolknummer [nummer] );
  • mw. [naam 2] , casemanager;
  • mw. [naam 3] , ambulant begeleider van betrokkene (hierna: de behandelaar);
  • dhr. [naam 4] , vriend en mantelzorger van betrokkene (hierna: de vriend van betrokkene).

2.Het verzoek

2.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene geeft aan dat het voldoende is als haar partner 24-uur per dag voor haar zorgt. Als haar partner deze zorg niet kan bieden, dan kan ze 24-uurs private zorg inschakelen. Hier heeft betrokkene voldoende financiële middelen voor. Betrokkene wil in haar eigen huis blijven wonen, omdat zij zich hier het prettigst voelt. Ze doet veel nog zelf, zoals het huishouden en haar zelfzorg. Betrokkene verklaart daarnaast dat ze geen vreemden in haar woning wil. Ze wil ook niet terug naar [land] . Het is voor betrokkene tot slot het belangrijkste dat alles blijft zoals het nu is.
3.2.
De advocaat stelt zich namens betrokkene op het standpunt dat het verzoek moet worden afgewezen, aangezien er nog minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. Betrokkene komt in aanmerking voor toeslagen uit aanvullende verzekeringen. Binnenkort zal betrokkene ook een bewindvoerder en mentor krijgen. Deze mentor/bewindvoerder kan wellicht private zorg inzetten. Dit zou een toereikend alternatief kunnen zijn.
3.3.
De casemanager licht toe dat betrokkene niet de financiële middelen heeft om 24-uurs ambulante private zorg te betalen. Daarnaast lost het geld de problemen niet op. Betrokkene staat momenteel op de wachtlijst van [locatie] . Dit betreft een definitieve woonplaats voor haar. De vriend van betrokkene kan haar daar ook makkelijker bezoeken, aangezien [plaats 2] dichterbij is voor hem. De casemanager geeft voorts aan dat een sleutelkastje geen alternatief is, aangezien de hulpverleners dan alsnog om toestemming moeten vragen om de woning van betrokkene te betreden. Deze toestemming zal betrokkene waarschijnlijk niet geven. Tot slot geeft de casemanager aan dat de mantelzorg te zwaar is voor de vriend van betrokkene.
3.4.
De behandelaar verklaart dat het niet mogelijk is om betrokkene ambulant de continue zorg te bieden die zij nodig heeft. De inzet van private zorg, naast de mantelzorg, is geen alternatief, aangezien de mantelzorger overbelast is geraakt. Het is tevens niet haalbaar om 24-uurs private zorg in de thuissituatie in te zetten. De behandelaar heeft verder nog geprobeerd om huishoudelijke hulp in te zetten, maar dit is niet gelukt omdat betrokkene deze hulp weigerde. Betrokkene laat anderen niet binnen, zelfs de behandelaar niet.
3.5.
De vriend van betrokkene geeft aan dat betrokkene mogelijk een vergoeding kan krijgen vanuit haar verzekering. Betrokkene moet hiervoor een brief schrijven en ondertekenen, maar dit lukt haar niet. Daarnaast verklaart de vriend van betrokkene dat hij overbelast is geraakt. Hij stelt bijvoorbeeld zijn eigen operatie steeds uit, omdat hij zich zorgen maakt om het alleen zijn van betrokkene. De vriend staat achter de opname van betrokkene in [locatie] , omdat hij dan zijn eigen leven weer kan oppakken. De vriend van betrokkene geeft tot slot aan dat hij betrokkene niet in huis kan nemen, omdat dan een deel van zijn AOW vervalt en betrokkene dan ook geen weduwepensioen meer krijgt.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is op grond van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten een lichte tot matige vorm van dementie. Betrokkene kampt met geheugen- en inprentingsstoornissen, een desoriëntatie in tijd en een gestoorde planning en overzicht. Ook is er sprake van oordeels- en kritiekstoornissen en een afwezigheid van ziektebesef en -inzicht.
4.3.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene een mantelzorger heeft die regelmatig langskomt bij betrokkene. De mantelzorger is op leeftijd en geeft aan dat de zorg voor betrokkene fysiek en emotioneel te zwaar wordt. Daarnaast is gebleken dat betrokkene haar eigen behoeften niet herkent en daardoor onvoldoende eet en drinkt. Ook is ze wantrouwend naar anderen, met als gevolg dat zij iedereen wegstuurt en geïsoleerd raakt. Verder lukt het betrokkene niet meer om voor haar hond te zorgen en is haar woning onhygiënisch. Ze heeft hulp nodig bij alle praktische dingen, zoals het huishouden. Betrokkene weigert de aangeboden hulp structureel en kan niet adequaat omgaan met haar eigen beperkingen, hetgeen maakt dat de situatie verslechtert.
4.4.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene heeft 24-uurs zorg en begeleiding nodig in een veilige omgeving. Dit is niet mogelijk in de thuissituatie. Middels een opname in een wzd-accommodatie is er sprake van de noodzakelijke 24-uurs zorg in de nabijheid.
4.5.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene zich stelselmatig verzet tegen een opname in een wzd-accommodatie. Ze geeft daarbij aan dat ze in haar eigen huis wil blijven wonen. Daarnaast heeft betrokkene geen ziektebesef en -inzicht en weigert ze alle hulp en zorg van anderen.
4.6.
De rechtbank oordeelt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde beoogde effect hebben. In de thuissituatie zijn de grenzen bereikt met betrekking tot de inzet van alternatieven, zoals de inzet van een huishoudelijke hulp en ambulante zorg. Betrokkene weigert alle vormen van zorg en begeleiding en laat niemand haar woning binnen. De kans is zeer groot dat zij ook een hulpverlener van private zorg niet binnenlaat. De mantelzorger is voorts overbelast en het is niet mogelijk dat betrokkene bij hem in gaat wonen. Mantelzorg in combinatie met private zorg is derhalve geen optie. Het is ook niet afdoende om 24-uurs ambulante private zorg in te zetten, mocht betrokkene daarvoor de financiële middelen hebben, omdat zij die zeer waarschijnlijk ook niet zal toelaten in haar woning.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf voor
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1947 in [geboorteplaats] , [land] ;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
20 juni 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2024 door mr. Van Eck, rechter, in aanwezigheid van mr. Boomaars, griffier, en op schrift gesteld op 3 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.