ECLI:NL:RBZWB:2024:9279

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
RK 24-026010
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van klaagschrift op grond van artikel 552a Sv inzake beslag op scooter

Op 23 december 2024 heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het klaagschrift was ingediend door de klager, die verzocht om teruggave van zijn scooter, die in beslag was genomen in het kader van een strafvorderlijk onderzoek tegen de beslagene. De klager stelde dat hij niet op de hoogte was van het feit dat de beslagene niet in het bezit was van een rijbewijs en dat de beslagene niet langer in dienst was bij hem. Bovendien had de klager zijn onderneming verkocht, waardoor recidive niet aan de orde was.

Tijdens de zitting op 9 december 2024 zijn zowel de klager als de officier van justitie, mr. C.P.G. Tax, gehoord. De officier van justitie gaf aan dat er geen strafvorderlijk belang meer was bij het voortduren van het beslag op de scooter en stelde voor om het beslag op te heffen. De rechtbank heeft vervolgens vastgesteld dat het beslag, dat was gelegd op grond van artikel 94 Sv, was geëindigd door de beslissing van de officier van justitie.

De rechtbank heeft de klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, omdat het belang van strafvordering niet meer vereiste dat het beslag werd voortgezet. Deze beslissing is genomen door mr. J.P.M. Hopmans, in tegenwoordigheid van griffier I.L. Bruijnooge, en is uitgesproken op de openbare zitting van 23 december 2024. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
raadkamernummer : 24-026010
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager],
wonende op het [adres 1],
hierna te noemen: de klager,
Beslagene is [beslagene], [adres 2]

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:
  • het klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ingediend op 15 oktober 2024 ter griffie van deze rechtbank;
  • de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv, waaruit blijkt dat op 8 september 2024 onder klager in het strafvorderlijk onderzoek tegen beslagene in beslag is genomen: een bromfiets (Bromscooter) van het merk: Kymco Agility50, kenteken: [kenteken] (hierna de scooter);
  • de reactie van de officier van justitie en
  • de overige stukken uit het bijbehorende raadkamerdossier met voornoemd raadkamernummer.
Op 9 december 2024 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij zijn de officier van justitie mr. C.P.G. Tax en klager gehoord.
De beslagene is behoorlijk opgeroepen, maar niet bij de behandeling van het klaagschrift verschenen.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag met last tot teruggave aan de klager. Daartoe is aangevoerd dat klager er niet van op de hoogte was dat beslagene niet in het bezit was van het benodigde rijbewijs. Beslagene is niet langer in dienst bij klager. Klager heeft inmiddels zijn onderneming verkocht, zodat er geen sprake kan zijn van recidive. Klager verzoekt om teruggave van zijn scooter.
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat gezien deze omstandigheden het beslag op de scooter wordt opgeven en de scooter mag terug naar klager.

2.De beoordeling

De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het klaagschrift.
Het klaagschrift is tijdig ingediend.
De rechtbank dient na te gaan of het belang van strafvordering verlangt dat het beslag wordt voortgezet. Hiervan is sprake wanneer het in beslag houden van het goed kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk voordeel aan te tonen dan wel wanneer niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen strafvorderlijk belang meer is bij het voortduren van het beslag op de scooter en heeft tot teruggave besloten. De rechtbank stelt vast dat het beslag gelegd op grond van artikel 94 Sv daardoor is geëindigd. De rechtbank zal de klager niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart klager niet-ontvankelijk in het beklag.
Deze beslissing is op 23 december 2024 genomen door mr. J.P.M. Hopmans rechter, in tegenwoordigheid van I.L. Bruijnooge, griffier, en is uitgesproken op de openbare zitting van 23 december 2024.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen deze beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na dagtekening van deze beslissing en door de klager binnen veertien dagen na de betekening van deze beslissing
beroep in cassatieworden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gravenhage (artikel 552d lid 2 Wetboek van Strafvordering).