Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 van het Wetboek van strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 363,00, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
- € 180,00, voor vergoeding van inkomstenderving;
- € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 15 juli 2024;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie;
- de overige stukken in het raadkamerdossier.
2.De beoordeling
€ 363,00is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 180,00verzocht voor inkomstenderving. Verzoeker heeft ter onderbouwing hiervan stukken overgelegd. Gelet daarop acht de rechtbank het verzoek voldoende onderbouwd en zal de rechtbank dit bedrag toewijzen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 680,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 1] ten name van Qudos Advocaten onder vermelding van “[verzoeker]/OM”;
€ 543,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer 2] ten name van [verzoeker] onder vermelding van “[verzoeker]/OM”.