ECLI:NL:RBZWB:2024:9267

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
RK 24-004831
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van schadevergoeding op grond van artikel 530 Sv aan gewezen verdachte

Op 23 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in een verzoekschrift op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het verzoek was ingediend door een gewezen verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. N.A. Koole, en betrof de toekenning van een schadevergoeding ten laste van de Staat. De verzoeker had op 21 februari 2024 een verzoekschrift ingediend bij de griffie, waarin hij verzocht om een vergoeding van € 2.988,70 voor kosten van rechtsbijstand en € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De officier van justitie, mr. C.P.G. Tax, heeft tijdens de zitting op 9 december 2024 aangegeven dat het verzoek kan worden toegewezen, en de advocaat van de verzoeker was niet ter zitting aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en dat de rechtbank bevoegd is om het verzoek in behandeling te nemen. Op basis van artikel 530 Sv kan aan een gewezen verdachte een vergoeding worden toegekend voor reis- en verblijfskosten, schade door tijdverzuim en kosten van een raadsman, tenzij deze was toegevoegd. De rechtbank heeft de onderbouwing van de kosten van rechtsbijstand als voldoende beoordeeld en heeft het verzochte bedrag van € 2.988,70 toegewezen. Daarnaast is het forfaitaire bedrag van € 340,00 voor de indiening van het verzoekschrift toegewezen.

De rechtbank heeft in totaal een bedrag van € 3.328,70 toegewezen aan de verzoeker, dat zal worden overgemaakt op naam van Stichting Beheer Derdengelden DKW advocaten te Zierikzee. De beslissing is genomen door mr. J.P.M. Hopmans, in tegenwoordigheid van griffier I.L. Bruijnooge, en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen door het Openbaar Ministerie en binnen een maand door de verzoeker hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
parketnummer : 02-087371-23
raadkamernummer : 24-004831
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het verzoek op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren op [datum] 1967 te [plaats],
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. N.A. Koole, advocaat te Middelburg (Houtkaai 7, 4331 JR Middelburg),
hierna te noemen: de verzoeker.

1.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
 het op 21 februari 2024 bij de griffie ingediende verzoekschrift dat strekt tot toekenning van een vergoeding
ex artikel 530 van het Wetboek van strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
  • € 2.988,70, voor vergoeding van kosten rechtsbijstand;
  • € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
  • de kennisgeving sepot van 26 januari 2024;
  • de schriftelijke reactie van de officier van justitie;
  • de overige stukken in het raadkamerdossier.
Op 9 december 2024 heeft het onderzoek door de raadkamer plaatsgevonden. Hierbij is de officier van justitie mr. C.P.G. Tax gehoord.
De advocaat van verzoeker heeft op voorhand laten weten dat hij en verzoeker niet ter zitting aanwezig zullen zijn.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld het verzoek kan worden toegewezen.

2.De beoordeling

De zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank is bevoegd om het verzoek in behandeling te nemen omdat de zaak in feitelijke aanleg bij de rechtbank zou worden vervolgd.
Op grond van artikel 530 Sv wordt aan een gewezen verdachte een vergoeding toegekend van de reis- en verblijfskosten die voor het onderzoek en de behandeling van de zaak zijn gemaakt. Er kan ook een vergoeding worden toegekend voor de schade die hij ten gevolge van tijdverzuim door de vervolging en de behandeling van de zaak ter terechtzitting werkelijk heeft geleden. Tot slot kan ook een vergoeding voor de kosten van een raadsman worden toegekend, tenzij de raadsman was toegevoegd.
Artikel 534 lid 1 Sv bepaalt dat de toekenning van een schadevergoeding steeds plaatsheeft, als en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter gronden van billijkheid aanwezig zijn. Bij deze beoordeling worden alle omstandigheden in aanmerking genomen.
Het verzochte bedrag aan kosten van rechtsbijstand ter hoogte van
€ 2.988,70is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
Voor de kosten verbonden aan de indiening van het verzoekschrift wordt het forfaitaire bedrag van
€ 340,00toegekend.

3.De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek tot toekenning van een vergoeding ex artikel 530 Sv toe tot een bedrag van
€ 3.328,70, bestaande uit:
- € 2.988,70 aan kosten van rechtsbijstand;
en
- € 340,00 de kosten verbonden aan de indiening van het verzoekschrift;
bepaalt dat een bedrag van
€ 3.328,70zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden DKW advocaten te Zierikzee, onder vermelding van “[verzoeker]/OM”.
Deze beslissing is op 23 december 2024 genomen door mr. J.P.M. Hopmans rechter, in tegenwoordigheid van I.L. Bruijnooge, griffier, en is uitgesproken op de openbare zitting van 23 december 2024.
INFORMATIE RECHTSMIDDEL
Tegen de beslissing kan door het Openbaar Ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening van de beslissing en door verzoeker binnen een maand na de betekening van deze beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.