Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 533 van het Wetboek van Strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
ex artikel 530 Svten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 72,00, voor vergoeding van reiskosten;
- € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- het vonnis van de meervoudige strafkamer van 14 februari 2024 waarbij verzoeker is vrijgesproken;
- de overige stukken in het raadkamerdossier.
2.De beoordeling
31 dagen in verzekering en/of voorlopige hechtenisdoorgebracht, waarvan 2 op het politiebureau en 29 dagen in het Huis van Bewaring met beperkingen. De LOVS-uitgangspunten gaan uit van een forfaitaire vergoeding van € 130,00 per dag voor het verblijf op het politiebureau of in het Huis van Bewaring met beperkingen of in een extra beveiligde inrichting (EBI) en € 100,00 in de overige gevallen.
€ 680,00toegekend.
3.De beslissing
€ 3.160,00,bestaande uit schade wegens ondergane inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis;
€ 3.912,00zal worden overgemaakt op [rekeningnummer] ten name van Stichting Beheer Derdengelden Aalmoes advocaten, onder vermelding van “[verzoeker] 02-073.347-22”.