ECLI:NL:RBZWB:2024:9249
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. De Graauw
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis inzake verbetering van een kennelijke fout in een eerder vonnis met betrekking tot buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 december 2024 een herstelvonnis uitgesproken. Dit herstelvonnis betreft een verzoek van de gemachtigde van de eiser om het vonnis van 20 november 2024 aan te vullen, omdat de toegewezen buitengerechtelijke kosten en de rente daarover niet in de beslissing waren opgenomen. De gemachtigde van de eiser heeft op 21 november 2024 een verzoek ingediend, waarop de gedaagde partij de gelegenheid heeft gekregen om te reageren. De gedaagde heeft uitstel gevraagd, maar de kantonrechter heeft uiteindelijk besloten geen verder uitstel te verlenen, omdat er geen klemmende redenen waren om dit te doen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een kennelijke fout in het eerdere vonnis. De fout betreft een schrijffout die eenvoudig te herstellen is, zoals bedoeld in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechter heeft geconcludeerd dat de beslissing in het eerdere vonnis niet overeenkwam met de beoordeling die in de rechtsoverwegingen was gemaakt. De kantonrechter heeft daarom besloten om het vonnis van 20 november 2024 te verbeteren, zonder dat er sprake was van een aanvulling zoals bedoeld in artikel 32 Rv.
In het herstelvonnis zijn de beslissingen met betrekking tot de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente expliciet opgenomen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 847,00 aan buitengerechtelijke kosten, evenals de wettelijke rente over dit bedrag. Daarnaast zijn er ook andere veroordelingen opgenomen, zoals de teruglevering van een auto en de betaling van proceskosten. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. De Graauw, kantonrechter, op 31 december 2024.