ECLI:NL:RBZWB:2024:9248
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Swaanen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en schadevergoeding in vervoersovereenkomst onder CMR en AVC
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is een geschil ontstaan tussen [opdrachtnemer] B.V. en [opdrachtgever] B.V. over de betaling van openstaande facturen in het kader van een vervoersovereenkomst. De partijen hebben een overeenkomst gesloten waarbij [opdrachtnemer] goederen heeft vervoerd voor [opdrachtgever]. De Algemene Vervoerscondities 2002 (AVC) zijn van toepassing op deze overeenkomst. [opdrachtnemer] heeft verschillende facturen gestuurd, maar [opdrachtgever] heeft deze niet betaald. Na een aanmaning heeft [opdrachtgever] zijn ontevredenheid over de samenwerking geuit, met als argument dat er meerdere vermissingen van zendingen waren.
In de procedure vorderde [opdrachtnemer] betaling van € 6.243,00, vermeerderd met wettelijke handelsrente, terwijl [opdrachtgever] zich beriep op een onaanvaardbare aansprakelijkheidsbeperking en een beroep deed op verrekening van schade. De kantonrechter oordeelde dat het beroep van [opdrachtnemer] op de aansprakelijkheidsbeperkende bepalingen in het CMR-Verdrag en de AVC niet in strijd was met de redelijkheid en billijkheid. De rechter wees de vordering van [opdrachtgever] tot verrekening af, omdat het CMR-Verdrag een verrekeningverbod bevat.
De kantonrechter concludeerde dat [opdrachtgever] gehouden was de openstaande facturen te betalen, en dat de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten aan [opdrachtnemer] moesten worden vergoed. De vordering in reconventie van [opdrachtgever] werd afgewezen, omdat de schade onvoldoende was onderbouwd. Uiteindelijk werd [opdrachtgever] veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten.