ECLI:NL:RBZWB:2024:9210

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 december 2024
Publicatiedatum
6 januari 2025
Zaaknummer
11245181 \ CV EXPL 24-3960 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van ziektekostenpremie en de vraag van voorafbetaling

In deze bodemzaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die een ziektekostenverzekering bij hen heeft afgesloten. De eiseres vordert betaling van de eerste maandpremie voor februari 2024, die volgens haar vooraf betaald moest worden. De gedaagde betwist echter dat de premie vooraf betaald moest worden en stelt dat zij de premie op 20 februari 2024 heeft voldaan, conform een afspraak met Zilveren Kruis N.V. over de betalingstermijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Zilveren Kruis N.V. onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de stelling dat de premie vooraf betaald moest worden. De rechter oordeelt dat de gedaagde niet in verzuim was, omdat zij de premie tijdig heeft betaald volgens de gemaakte afspraken. De vordering van Zilveren Kruis N.V. wordt afgewezen, evenals de vorderingen tot betaling van rente en incassokosten. De proceskosten worden toegewezen aan de gedaagde, die zonder gemachtigde heeft geprocedeerd. Het vonnis is uitgesproken op 31 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11245181 \ CV EXPL 24-3960
Vonnis van 31 december 2024
in de zaak van
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Zilveren Kruis N.V.,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde],
te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de akte van Zilveren Kruis N.V.
- de akte van [gedaagde].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
- Zilveren Kruis N.V. heeft een zorgverzekeringsovereenkomst gesloten met [gedaagde]. De ingangsdatum is 1 februari 2024.
- De premie was € 151,20 per maand.
- Op 29 februari 2024 heeft Zilveren Kruis N.V. een 1e betalingsherinnering gestuurd aan [gedaagde], omdat de automatische incasso voor de periode 01-02-2024 tot 01-03-2024 [verder: de premie van februari] niet was gelukt.
- Daarna heeft Zilveren Kruis N.V. nog diverse aanmaningen gestuurd.
- [gedaagde] heeft iedere maand een premiebedrag betaald.

3.Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis N.V. vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 151,20, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer en stelt dat zij alle premies volgens afspraak heeft betaald. De vordering moet daarom worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
Zilveren Kruis N.V. heeft gesteld dat [gedaagde] per maand een premiebedrag van € 151,20 moest betalen. De premie moest vooraf, aan het einde van de maand ervóór, betaald zijn. Zilveren Kruis N.V. vordert nakoming van deze betalingsverplichting voor de premie van februari 2024.
[gedaagde] heeft niet betwist dat zij een maandpremie van € 151,20 moest betalen. Wel heeft zij betwist dat zij deze vooraf moest betalen. Daarbij heeft zij aangevoerd dat zij met Zilveren Kruis N.V. heeft afgesproken dat de premie tussen de 20e en de 28e van de maand betaald zou worden, omdat zij rond de 20e haar zorgtoeslag krijgt. Zilveren Kruis N.V. is daarmee akkoord gegaan, omdat het nog precies binnen een maand viel, aldus [gedaagde]. [gedaagde] heeft daarom op 20 februari 2024 de premie voor februari betaald.
De verplichting om vooraf te betalen blijkt niet
4.2.
Door de gemotiveerde betwisting van de afspraak dat vooraf moest worden betaald, had het op de weggeleven van Zilveren Kruis N.V. om haar stelling op dat punt nader te onderbouwen. Dat heeft zij naar het oordeel van de kantonrechter niet, althans onvoldoende gedaan.
4.3.
Zilveren Kruis N.V. heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de premie vooraf betaald moest worden. Wel heeft zij in haar dagvaarding de volgende specificatie opgenomen:
Uit deze specificatie volgt dat voor de premie van februari een factuur geldt met als factuurdatum 8 februari 2024 en een verzuimdatum van 1 maart 2024. Ook in de door Zilveren Kruis N.V. gestuurde brief van 18 juni 2024 staat dat de wettelijke rente wordt berekend vanaf 3 maart 2024. Omdat wettelijke rente berekend mag worden vanaf het moment dat [gedaagde] in verzuim was (niet op tijd had betaald) volgt ook daaruit dat Zilveren Kruis N.V. er kennelijk van uitging dat [gedaagde] de premie van februari moest betalen voor begin maart 2024, althans niet voor 1 februari 2024. [gedaagde] heeft met het door haar overgelegde betalingsbewijs bovendien onderbouwd dat zij op 20 februari 2024 betaald heeft voor de maand februari. Zilveren Kruis N.V. heeft weliswaar gesteld dat deze betaling voor de premie van maart 2024 gold, maar dat volgt niet uit de omschrijving van de betaling. Ook overigens blijkt niet op grond waarvan Zilveren Kruis N.V. ervan mocht uitgaan dat deze betaling zag op de premie voor maart, althans niet op de premie voor februari.
De kantonrechter wijst de vorderingen af
4.4.
Daaruit volgt dat niet vast is komen staan dat [gedaagde] niet aan haar betalingsverplichting voor de premie van februari 2024 heeft voldaan. De kantonrechter zal daarom de vordering van Zilveren Kruis N.V. afwijzen. De daaraan gekoppelde vorderingen tot betaling van rente en incassokosten, worden daarom ook afgewezen.
Zilveren Kruis N.V. moet de proceskosten betalen
4.5.
Zilveren Kruis N.V. is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden tot dit vonnis begroot op nihil, omdat [gedaagde] zonder bijstand van een gemachtigde heeft geprocedeerd en zij niet heeft gesteld en ook niet is gebleken dat zij kosten heeft gemaakt in het kader van deze procedure die voor vergoeding in aanmerking komen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Zilveren Kruis N.V. af,
5.2.
veroordeelt Zilveren Kruis N.V. in de proceskosten van [gedaagde], vastgesteld op nihil,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op
31 december 2024.