Op 16 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om [minderjarige] onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, omdat er zorgen zijn over zijn ontwikkeling. De ouders, de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over de opvoedsituatie. De moeder heeft in het verleden niet altijd openheid van zaken gegeven over haar medicatiegebruik en de betrokkenheid van de biologische vader. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de hulpverlening in het vrijwillige kader onvoldoende is geweest en dat er een regievoerder in het gedwongen kader noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen, met als doel de situatie voor [minderjarige] te verbeteren en de ouders te ondersteunen in hun verantwoordelijkheden. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ondertoezichtstelling onmiddellijk kan ingaan, ondanks een eventueel hoger beroep.