ECLI:NL:RBZWB:2024:9200

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
11150945 \ MB VERZ 24-762
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren op gehandicaptenparkeerplaats

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart. De overtreding vond plaats op 4 februari 2023 om 17:19 uur op de Haagdijk te Breda. Betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 3 december 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er voldoende bewijs was dat de gedraging had plaatsgevonden. Er stond een bord naast het parkeervak dat aangaf dat het een gehandicaptenparkeerplaats betrof, en er was ook een rolstoeltegeltje in de bestrating aangebracht voor extra duidelijkheid. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om deze te matigen, ondanks de argumenten van de betrokkene.

De beslissing van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzending van de beslissing hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11150945 \ MB VERZ 24-762
CJIB-nummer : 1062 5422 5557 0882
uitspraakdatum : 3 december 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 december 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder duidelijk zichtbaar geldige gehandicaptenparkeerkaart op de Haagdijk te Breda op 4 februari 2023 om 17:19 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat het niet zichtbaar was dat hij daar niet mocht parkeren.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Naast het parkeervak waar het voertuig van betrokkene in stond geparkeerd, staat een bord waaruit blijkt dat het een gehandicaptenparkeerplaats betreft. Het is ook het enige parkeervak dat aan het bedoelde bord grenst.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Naast het parkeervak waar het voertuig van betrokkene in stond geparkeerd, staat een bord waaruit blijkt dat het een gehandicaptenparkeerplaats betreft. Het is ook het enige parkeervak dat aan dit bord grenst. In de bestrating is ook een rolstoeltegeltje aangebracht voor extra duidelijkheid. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: