Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
een of meerdere keren langs het huis en/of bedrijf van die [slachtoffer] en./of langs het huis van die [naam 3] te gaan), op de medeverdachte. Aangezien ná 12 juni 2019 geen geldbedragen meer zijn betaald en het langs de woning gaan na die datum zou hebben plaatsgevonden kan er ten aanzien van verdachte geen sprake zijn van een voltooid delict. Ook kan geen sprake zijn van het in vereniging plegen van dwang nu de bijdrage van verdachte - als hier in het dossier al wettig en overtuigend bewijs voor te vinden zou zijn- van onvoldoende gewicht is om te kunnen spreken van medeplegen.
een of meerdere keren berichten te sturen met de strekking dat die [slachtoffer] moest bellen en/of dat hij, verdachte, die [slachtoffer] moest zien, omdat anders hij, verdachte die [slachtoffer] en/of die [naam 3] zou komen opzoeken en/of),en 10 (
die [slachtoffer] via de telefoon dreigend de woorden toe te voegen: ‘ik maak je kapot’, ‘ik neuk je vrouw’ en/of ‘ik neuk je dochter’) omdat deze niet hebben kunnen bijgedragen aan de ten laste gelegde voltooide dwang.
5.De benadeelde partij
6.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het ten laste gelegde feit;