ECLI:NL:RBZWB:2024:9156

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
11029541 \ MB VERZ 24-243
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens handelen in strijd met een geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring op de Steenstraat te Hulst op 16 november 2022. De boete werd opgelegd omdat betrokkene in een eenrichtingsweg was gereden, terwijl deze tijdelijk van richting was omgekeerd. Betrokkene stelde dat hij niet op de hoogte was van de wijziging en dat hij de route die hij altijd nam volgde, wat leidde tot de overtreding.

De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden en verzocht om een proceskostenvergoeding. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. I.M.E. van der Meijden, verzocht het beroep ongegrond te verklaren, wijzend op de duidelijke bebording en de verschillende verklaringen die betrokkene had afgelegd.

De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier voldoende bleek dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was verricht. De kantonrechter zag geen reden om de boete te matigen en verklaarde het beroep ongegrond. Ook het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan en betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11029541 \ MB VERZ 24-243
CJIB-nummer : 5062 5422 5393 6315
uitspraakdatum : 14 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Gemachtigde heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. I.M.E. van der Meijden (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: handelen in strijd met een geslotenverklaring (bord C2 van het RVV 1990. Eenrichtingverkeer) op de Steenstraat te Hulst op 16 november 2022 om 19:53 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelt vanaf de Grote Markt de eenrichtingsweg richting de Steenstraat in te zijn gereden. Voorts vervolgde betrokkene zijn weg naar de Frederik Hendriklaan. Aangezien betrokkene niet goed bekend is in Hulst, nam hij dezelfde route die hij altijd neemt. Nu bleek dat de eenrichtingsweg tijdelijk van richting was omgekeerd. Betrokkene had dat niet gezien en is na twee meter direct aangehouden door de politie. Er waren hierna meerdere overtreders, maar aangezien betrokkene met de verbalisanten aan het praten was, zijn die overtreders niet beboet. De verbalisanten wisten volgens betrokkene niet via welke route hij zijn weg dan had moeten vervolgen. Zelfs Google Maps stuurde betrokkene via deze route. Deze straat is ingericht om één bepaalde richting op te rijden, waardoor het onduidelijk was dat betrokkene in de straat kon keren. Ook verzoekt gemachtigde om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft bij de officier van justitie en bij de kantonrechter verschillende verklaringen afgelegd. De bebording is op de pleeglocatie duidelijk aanwezig en betrokkene had hiernaar moeten handelen. Een verbalisant heeft een discretionaire bevoegdheid. Hierdoor heeft een verbalisant de keuze om een waarschuwing te geven of om over te gaan tot het beboeten van een bestuurder.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. De kantonrechter neemt het standpunt van de zittingsvertegenwoordiger over en benadrukt dat betrokkene twee verschillende verklaringen heeft afgelegd, waardoor deze verklaringen niet aannemelijk zijn geworden.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: