ECLI:NL:RBZWB:2024:9140

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
11150736 MB VERZ 24-750
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onterecht opgelegde sanctie voor parkeren op groenstrook

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd omdat betrokkene zijn voertuig zou hebben geparkeerd op een groenstrook aan de Ruitersvaartseweg te Terheijden op 11 januari 2023. Betrokkene heeft tegen de boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat de boete onterecht was, omdat er een duidelijke parkeerplek aanwezig was, die door onvoldoende onderhoud op een groenstrook leek. Betrokkene heeft foto’s overgelegd ter onderbouwing van zijn standpunt, evenals een brief van de gemeente Drimmelen waarin werd verklaard dat het om een parkeerplaats ging en dat er sprake was van een misverstand. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het verzoek gedaan om het beroep gegrond te verklaren, verwijzend naar de mail van de gemeente en beelden van de pleeglocatie.

De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De rechter heeft vastgesteld dat er weliswaar sprake is van een groenstrook, maar dat er parkeerplekken zijn aangelegd. De plek waar het voertuig van betrokkene stond, was voorzien van grasbetontegels, wat erop wijst dat parkeren daar is toegestaan. Daarom heeft de kantonrechter geoordeeld dat de boete ten onrechte was opgelegd en heeft het beroep gegrond verklaard. De beschikking van de officier van justitie en de boete zijn vernietigd, en het bedrag dat betrokkene als zekerheid had betaald, moet worden terugbetaald.

De uitspraak is gedaan door kantonrechter M. Breeman, bijgestaan door griffier X.L.C.M. van Sprundel, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11150736 \ MB VERZ 24-750
CJIB-nummer : 1062 5422 5525 8556
uitspraakdatum : 4 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: voertuig laten staan in park, plantsoen, openbare beplantingen of groenstroken op de Ruitersvaartseweg te Terheijden (gemeente Drimmelen) op 11 januari 2023 om 20:04 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete onterecht is opgelegd. Betrokkene stelt dat er een duidelijke parkeerplek met stenen is, die door onvoldoende onderhoud op een groenstrook lijkt en heeft ter onderbouwing foto’s toegevoegd. Ook heeft betrokkene foto’s meegestuurd van de pleeglocatie nadat een groot deel van de ‘beplanting’ is verwijderd.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat in het dossier een brief van de gemeente Drimmelen zit waarin zij verklaren dat het een parkeerplaats betreft en dat er sprake is van een misverstand.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe aangevoerd dat zij de mail van de gemeente Drimmelen ook heeft gelezen. Daaruit blijkt, mede gelet op beelden van de pleeglocatie via Google Maps, dat betrokkene zijn voertuig wel op de betreffende plek mocht parkeren.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat de kantonrechter vast stelt dat er weliswaar sprake is van een groenstrook, maar dat daarin parkeerplekken zijn aangelegd, zo blijkt ook uit de mail van de gemeente. Op de plek waar het voertuig van betrokkene stond lagen grasbetontegels. Die grasbetontegels liggen daar zodat er een voertuig kan parkeren. Hierdoor maakt die specifieke plek geen deel uit van de groenstrook. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 109,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: