ECLI:NL:RBZWB:2024:911
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Meyboom
- Rechtspraak.nl
Beschikking inzake echtscheiding en nevenvoorzieningen met betrekking tot minderjarige kinderen en verdeling van huwelijksvermogen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 februari 2024 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die in 1998 in Marokko zijn gehuwd. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Durdu, verzocht om echtscheiding en om het hoofdverblijf van de minderjarige kinderen bij haar te bepalen. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.F.M. Gulickx, verzocht om een regeling voor de zorg- en opvoedingstaken en om alimentatie voor de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is, aangezien beide partijen en de minderjarigen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben.
De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en bepaald dat de minderjarigen hun hoofdverblijf bij de vrouw hebben. Tevens is er een regeling getroffen voor het contact tussen de man en de kinderen, waarbij de man vanaf 16 december 2023 vier zaterdagen om 17.00 uur via beeldbellen contact kan hebben met de kinderen, en vanaf 13 januari 2024 eenmaal per twee weken op zaterdag bij zijn ouders. De man is ook verplicht om alimentatie te betalen voor de kinderen, vastgesteld op € 272 per maand per kind.
Wat betreft de verdeling van het huwelijksvermogen heeft de rechtbank geoordeeld dat de echtelijke woning moet worden verkocht en dat de opbrengst bij helfte tussen partijen moet worden verdeeld. De rechtbank heeft ook de gebruikslasten van de woning toegewezen aan de vrouw, die deze geheel voor haar rekening moet nemen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Meyboom, in tegenwoordigheid van griffier mr. Van der Plas.