ECLI:NL:RBZWB:2024:9097

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 december 2024
Publicatiedatum
2 januari 2025
Zaaknummer
429731 / FA RK 24-5835
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis

Op 16 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan een ernstige psychische stoornis. Betrokkene is niet verschenen op de zitting, ondanks pogingen van de rechtbank om hem te horen. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene momenteel meewerkt aan zijn behandeling, maar dat dit nog te pril is om het verzoek tot zorgmachtiging af te wijzen op basis van vrijwilligheid. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, maar de rechtbank heeft deze toegewezen voor een afwijkende duur van zes maanden. Dit is voldoende tijd om te observeren hoe het met betrokkene gaat op de open afdeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrumstoornis en andere gedragsstoornissen, wat leidt tot ernstig probleemgedrag en risico's voor zijn eigen veiligheid en die van anderen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, gezien het verleden van betrokkene met medicatie en het ontbreken van ziektebesef. De toegewezen zorg omvat het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Weerkamp, rechter, en is op schrift gesteld op 30 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/429731 / FA RK 24-5835
Datum uitspraak: 16 december 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] te [plaats] ,
advocaat: mr. P.R. Klaver te Bergen op Zoom.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen van 11 december 2024, binnengekomen bij de rechtbank op 11 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 16 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • de advocaat van betrokkene;
  • mw. [naam] , verpleegkundig specialist (hierna: de behandelaar).
1.3.
Betrokkene is niet verschenen. De behandelaar van betrokkene heeft hierover verklaard dat betrokkene niet wil komen. De rechtbank heeft gepoogd om betrokkene alsnog te doen horen door naar hem toe te gaan en hem vragen te stellen. Betrokkene heeft aangegeven niet op de mondelinge behandeling te willen verschijnen. Ook heeft hij verteld geen zorgmachtiging te willen en verder niks te zeggen te hebben. Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat betrokkene verder niet gehoord wil worden.
1.4.
De officier van justitie is, zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft bij beschikking van 4 januari 2024 een zorgmachtiging verleend tot en met 4 januari 2025. Betrokkene verblijft met deze machtiging in [accommodatie] .
2.2.
Voor betrokkene is bij beschikking van deze rechtbank van 31 mei 2016 bewindvoering ingesteld. Deze bevindvoerder is tevens de mentor van betrokkene.
3.
Het verzoek
3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de afwijkende duur van zes maanden. De behandelaar heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling verklaard dat zes maanden voldoende zijn om te bezien hoe het met betrokkene gaat op de open afdeling. Op dat moment kan de behandelaar een weloverwogen besluit nemen over de mogelijkheid van een vrijwillige behandeling. De advocaat kan zich hierin vinden. De noodzakelijkheid van een zorgmachtiging licht de rechtbank als volgt toe.
4.2.
De rechtbank is op grond van de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen), disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene heeft een schizofreniforme stoornis, hetgeen leidt tot ernstig probleemgedrag onder psychotische belevingen. Er is daarbij sprake van auditieve hallucinaties, achterdocht en een zeer lage belastbaarheid. Veranderingen in de omgeving van betrokkene brengen hem snel uit balans. Voorts is er sprake van een cannabisverslaving, een licht verstandelijke beperking en diverse trauma’s. Tot slot kampt betrokkene met een verstoorde emotieregulatie.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat er een groot risico bestaat op ernstige agressie naar derden als betrokkene zijn medicatie niet inneemt. Zo is betrokkene in het verleden strafrechtelijk veroordeeld voor een zeer ernstig agressie-delict tegen een hulpverlener. Daarnaast bestaat er een risico op levensbedreigende complicaties gerelateerd aan de behandeling met antipsychotische medicatie, indien betrokkene niet meewerkt aan de bloedcontroles. Voorts is gebleken dat betrokkene zwervend gedrag heeft vertoond en moeizaam contact maakt. Hij vermijdt het contact met anderen en is erg op zichzelf. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling verklaart de behandelaar dat betrokkene zich goed aan de afspraken heeft gehouden, waardoor hij de kans heeft gekregen om naar een open afdeling te gaan. Veranderingen zijn echter lastig voor hem en het is nog onzeker of de open afdeling voor betrokkene gaat werken. Tot op heden verloopt dit goed, nu hij goed in contact is en, voor zover de behandelaar weet, niet is teruggevallen in middelengebruik. Als dit zich zo voortzet, kan betrokkene vrijwillig in behandeling blijven. Dit is nu nog niet mogelijk, gelet op de reële mogelijkheid van forse agressie-incidenten als betrokkene zijn orale medicatie niet inneemt. Hij is meermaals gestopt met het innemen van zijn medicatie en het risico op herhaling is groot. Het is van belang dat betrokkene laat zien dat hij zijn medicatie blijft innemen, zodat hij niet psychotisch ontregelt en wederom probleemgedrag gaat vertonen, zoals provocerend en claimend gedrag. Vanuit deze open afdeling kan tot slot stapsgewijs gewerkt worden naar meer zelfstandigheid.
4.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
4.5.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene heeft een verleden waarin hij meermaals is gestopt met het innemen van zijn medicatie. Daarnaast heeft hij geen ziektebesef en -inzicht. Ook heeft betrokkene aangegeven geen zorgmachtiging te willen. Betrokkene houdt zich momenteel aan de afspraken op de afdeling, zoals het innemen van de medicatie, maar deze situatie is erg pril. Het is van belang dat er zorgvuldig wordt gekeken naar het effect van de open afdeling op betrokkene. Tot slot is het risico dat betrokkene opnieuw stopt met het innemen van de medicatie groot, met alle gevolgen van dien. Daarom is verplichte zorg nodig.
4.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 in [geboorteplaats] ,, inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 4.6. kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
16 juni 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2024 door mr. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. Boomaars, griffier, en op schrift gesteld op 30 december 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.