ECLI:NL:RBZWB:2024:9087
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke herbeoordeling door UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 december 2024, wordt het verzoek van verzoekster, een B.V. uit [plaats], om een veroordeling van het UWV in de proceskosten beoordeeld. Dit verzoek volgde op de intrekking van haar beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het UWV op haar aanvraag om herbeoordeling van 29 maart 2023. Verzoekster trok haar beroep in omdat het UWV op 18 september 2024 alsnog een beslissing had genomen op haar aanvraag.
De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het UWV heeft geen nadere reactie ingediend. De rechtbank doet vervolgens zonder zitting uitspraak op het verzoek. De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, omdat het UWV geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen door alsnog een beslissing te nemen op haar aanvraag.
De rechtbank legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft verzoekster recht op een vergoeding van haar proceskosten, die is vastgesteld op € 437,50, berekend volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht. Daarnaast moet het UWV het door verzoekster betaalde griffierecht van € 371,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen.