ECLI:NL:RBZWB:2024:8952

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
C/02/429921 / FA RK 24-5915
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting inbewaringstelling op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren in 1946. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft de betrokkene die op dat moment in een accommodatie verbleef. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. E.S. van Aken, een arts en de curator aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene met een inbewaringstelling verblijft in een accommodatie, nadat de burgemeester van Goes op 16 december 2024 deze maatregel had genomen. Het CIZ verzocht om een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van zes weken. De betrokkene gaf aan dat hij niet goed in zijn vel zat en dat hij terug wilde naar zijn geboorteplaats, maar hij had geen concrete plannen of middelen om dit te realiseren. De arts en de curator gaven aan dat er zorgen waren over de situatie van de betrokkene, die tussen wal en schip leek te vallen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder risico op ernstig lichamelijk letsel, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene een dwangmatige indruk maakte en dat zijn plannen om zijn rechtszaak te heropenen, in combinatie met zijn psychogeriatrische aandoening, een risico voor de veiligheid van anderen met zich meebrachten. Gezien de omstandigheden heeft de rechtbank de gevraagde machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verleend, met de noodzaak om de betrokkene te beschermen tegen zichzelf en anderen.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor de betrokkene om cassatie aan te tekenen tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/429921 / FA RK 24-5915
Datum uitspraak: 18 december 2024
Beschikking voortzetting inbewaringstelling
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1946 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. E.S. van Aken te Zierikzee.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 17 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 18 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.S. van Aken;
  • mevrouw [naam 1] , arts;
  • de heer [naam 2] , curator.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een inbewaringstelling in [locatie] . De burgemeester van Goes heeft de inbewaringstelling op 16 december 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van zes weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat het niet goed met hem gaat. Hij heeft geen problemen met de mensen waarmee hij zit, maar die mensen zijn dement en hij is dat zelf niet. Betrokkene stelt wel hersenschade te hebben na een eerder misdrijf. Hij wil weg uit de accommodatie om terug te gaan naar [geboorteplaats] . Betrokkene heeft het gevoel dat hem onrecht is aangedaan in het verleden en dat wil hij rechtzetten.
4.2.
De arts van betrokkene stelt dat er in het verleden veel is voorgevallen bij betrokkene. Hij wil iets recht gaan zetten in [geboorteplaats] , maar heeft geen idee hoe hij dat wil gaan bereiken. Betrokkene kan niet overzien wat hij zou moeten doen als hij weg gaat uit de accommodatie. Hij heeft namelijk geen huis of plek waar hij naartoe kan en dat baart de arts zorgen. Hij kan op dit moment ook niet terug naar [ggz-instelling] . De arts geeft wel aan te twijfelen aan de diagnose dementie die is gesteld. Ze vindt de inbewaringstelling dan ook vreemd. Aan de andere kant wil ze betrokkene niet zonder hulp op straat zetten en wil ze hem helpen met het vinden van de juiste plek. Betrokkene is een persoon die tussen wal en schip lijkt te vallen omdat er geen sprake is van acute psychiatrie, maar betrokkene ook niet dusdanig dement is dat daar op ingegrepen moet worden. In de accommodatie waar betrokkene nu verblijft bestaat de mogelijkheid om uit te zoeken waar betrokkene wel thuishoort en om een passende diagnose te kunnen stellen. Betrokkene geeft zelf aan graag naar [accommodatie] te willen in [geboorteplaats] , dat lijkt de arts een goede locatie voor betrokkene.
4.3.
De curator van betrokkene vertelt dat er een aanvraag voor een rechterlijke machtiging liep omdat de ouderen psychiatrie niet meer passend was voor betrokkene. Er was een plaats voor betrokkene, maar daar wilde hij zelf niet heen. Betrokkene had plannen gemaakt om weg te gaan bij [ggz-instelling] waardoor gezien zijn conditie, het risico op vallen en het risico op conflicten het verzoek tot een rechterlijke machtiging is omgezet tot een inbewaringstelling. De curator gunt betrokkene een veilige plek waar hij kan leven, maar dat is op de korte termijn niet te realiseren.
4.4.
De advocaat van betrokkene geeft aan dat hij verbaasd was over de inbewaringstelling. Er is wel een vermoeden voor een stoornis, maar wat het precies is, is nog niet goed te duiden. Wat precies de trigger was bij [ggz-instelling] om over te gaan tot een inbewaringstelling kan de advocaat niet goed na gaan. Hij stelt wel dat belangrijk is dat betrokkene niet op straat komt te staan. Daardoor zijn er op dit moment geen goede werkbare alternatieven voor de inbewaringstelling, mede omdat betrokkene niet meer terug kan naar [ggz-instelling] . Betrokkene wil nu weg, maar het kost tijd om alternatieven te regelen. Betrokkene heeft de persisterende wens om naar [geboorteplaats] te gaan, om in het reine te komen. Hij wil graag naar [accommodatie] in [geboorteplaats] , wellicht is het een optie dat daar naartoe gewerkt wordt.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene een dwangmatige indruk maakt met betrekking tot zijn om plan zijn zaak te heropenen. Hierbij wil hij de familie confronteren van de man die hij in 2010 om het leven heeft gebracht. Gezien de emotionele geladenheid en de neurocognitieve schade bestaat er een risico voor de veiligheid van de weduwe en andere betrokkenen in de zaak. Verwacht wordt dat betrokkene zichzelf voor het heropenen van zijn rechtszaak naar openbare plaatsen zal begeven. Doordat betrokkene vastberaden is van zijn eigen gelijk en overtuiging vallen conflicten met anderen te verwachten. Betrokkene heeft zijn plan niet goed doordacht en loopt een groot risico om op straat te belanden zonder zorg. Hij is somatisch afhankelijk van de zorg en kan dit zelf niet organiseren. Tevens kan hij zichzelf niet verzorgen. Verder raakt betrokkene snel geagiteerd en loopt de spanning verbaal op wanneer hij geprikkeld wordt in zijn verhaal, bijvoorbeeld door het stellen van kritische vragen.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychogeriatrische aandoening samen met een verstandelijke handicap. Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een verstandelijke beperking en ongespecificeerde neurocognitieve stoornissen.
5.5.
Het ernstig nadeel is zodanig onmiddellijk dreigend dat een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Wanneer op dit moment geen voortzetting van de inbewaringstelling zou worden afgegeven, zou betrokkene weggaan uit [locatie] waarbij hij geen andere plek heeft om te verblijven.
5.6.
Voortzetting van de inbewaringstelling is noodzakelijk en geschikt om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene verzet zich hiertegen. Betrokkene heeft een persisterende wens om terug te gaan naar de [regio] .
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Er zijn op korte termijn geen alternatieven die betrokkene van de straat houden. Opname moet voorkomen dat betrokkene gaat zwerven.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1946 in [geboorteplaats] ;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
29 januari 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024 door mr. De Beer, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 27 december 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.