ECLI:NL:RBZWB:2024:8951

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
C/02/429887 / FA RK 24-5900
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van psychische stoornis

Op 18 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1974. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene en haar waarnemend advocaat, mr. C.E.J.E. Kouijzer, aanwezig waren, evenals een assistent psychiater. De betrokkene verblijft in een GGZ-instelling en heeft een crisismaatregel die door de burgemeester van Goes op 16 december 2024 is genomen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De betrokkene betwist de diagnose en stelt dat er geen geldige reden is voor haar opname. De rechtbank oordeelt echter dat de betrokkene een manisch psychotische ontregeling vertoont en dat de crisissituatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank verleent de gevraagde machtiging en legt de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vast, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. De Beer, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en is op schrift gesteld op 27 december 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/429887 / FA RK 24-5900
Datum uitspraak: 18 december 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1974 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. M. Kalle te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 17 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 18 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene met mr. C.E.J.E. Kouijzer, waarnemend advocaat namens mr. M. Kalle;
  • mevrouw [naam] , assistent psychiater, behandelaar.
1.3.
Tevens was er een verpleegkundige aanwezig, deze is echter niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [ggz-instelling] . De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 16 december 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat het niet goed met haar gaat. Ze is ongewenst opgenomen. Ze zou liever thuis zijn en vindt dat er geen geldige reden is voor de opname. Verder stelt ze al zes jaar geen medicatie meer te gebruiken en dat dat prima gaat. Ze heeft dat destijds zelf, zonder overleg, afgebouwd en daarna is ze stabiel gebleven.
4.2.
De behandelaar van betrokkene geeft aan dat betrokkene eenmaal medicatie heeft gebruikt, maar dat ze het verder weigert. Op dit moment wordt er geen medicatie toegediend omdat ze graag eerst de bevestiging krijgen dat betrokkene met recht en reden is opgenomen. Bij een eerdere opname is betrokkene met haldol goed hersteld en is ze langdurig uit de zorg gebleven. Nu is er echter weer een toename van de overlast. Zo zijn er problemen met de buren en de gemeente. Verder komt het affect wat betrokkene vertoont niet overeen met wat ze vertelt. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg worden alleen het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, het beperken van de bewegingsvrijheid, het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten en opnemen als noodzakelijk geacht.
4.3.
De advocaat van betrokkene bepleit primair afwijzing van het verzoek. Betrokkene betwist de diagnose, aangezien dat volgens haar een onjuiste diagnose is geweest. Daarnaast zou er geen sprake zijn van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Het levensgevaar door de brandstichting is overdreven. Betrokkene heeft naar eigen zeggen slechts een paar papiertjes verbrand in het toilet en verder was er geen brandgevaar. Verder vormen de geschillen met de buren en politie volgens betrokkene geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Subsidiair dient bij toewijzing slechts de vormen van zorg worden toegewezen die door de behandelaar zijn aangegeven noodzakelijk te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat er sinds augustus jl. weer in toenemende mate meldingen van overlast zijn binnen gekomen over betrokkene. Zij belt veel met de politie en schreeuwt dan zonder duidelijke hulpvraag. Daarnaast zorgt zij ook voor overlast bij buren en de gemeente. Verder heeft betrokkene brand gesticht in haar eigen woning. Hetgeen hiervoor gesteld levert volgens betrokkene geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel op. De rechtbank oordeelt hier anders over en ziet hierin wel degelijk vormen van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Tevens maakt betrokkene in contact een ontremde en eufore indruk, met een niet bij de situatie passend verhoogd affect. Ook verloopt het denken van betrokkene van de hak op de tak. Hierbij is inhoudelijk een erotomane waan aanwezig, waarbij betrokkene aangeeft een relatie te hebben met een politieagent. Betrokkene vertoonde daarnaast nog paranoïde ideeën, waardoor ze allerlei camera’s in haar woning had opgehangen. De achteruitgang van betrokkene in de afgelopen maanden is ook door haar huisarts gesignaleerd.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Bij betrokkene is er sprake van een manisch psychotische ontregeling, mogelijk in het kader van een schizo-affectieve stoornis, schizofreniforme stoornis of een bipolaire stoornis. Dit wordt door betrokkene betwist. De rechtbank heeft echter geen reden om te twijfelen aan de inhoud van de medische verklaring, aangezien betrokkene haar verweer niet heeft onderbouwd.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
Andere dan de hiervoor genoemde en door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, aangezien de noodzakelijk daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling bovendien voldoende heeft toegelicht dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
5.8.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Zij weigert elke vorm van vrijwillige zorg.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Er is gepoogd bemoeizorg op te starten, maar dat werd door betrokkene geweigerd.
5.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1974 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in paragraaf 5.6 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
8 januari 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024 door mr. De Beer, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 27 december 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.