In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 december 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen, ingewilligd. Betrokkene, geboren in 1957, verblijft op basis van deze machtiging in een accommodatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek aan een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat zich uit in de vorm van schizofrenie. Betrokkene heeft geen ziektebesef en -inzicht, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn toegewezen, zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.