In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 december 2024 een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan de minderjarige [minderjarige], geboren in 2008 in Portugal. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die de Gecertificeerde Instelling (GI) vertegenwoordigt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die sinds 22 november 2024 gedetineerd is, onder toezicht staat van de GI en dat er een noodzaak is voor gesloten jeugdhulp vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De minderjarige heeft in het gesprek met de kinderrechter aangegeven dat hij bereid is om mee te werken aan therapie en dat hij hoopt op verbetering in zijn situatie.
De kinderrechter heeft de procedure en de relevante stukken in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen die de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarige regelen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de huidige situatie van de minderjarige, die te maken heeft met hechtingsproblematiek en gedragsproblemen, vraagt om een gesloten plaatsing in een jeugdzorginstelling. De kinderrechter heeft de GI en de advocaat van de minderjarige gehoord en heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderstreept, gezien het risico van onttrekking aan de jeugdhulp.
De beslissing houdt in dat de minderjarige vanaf 18 december 2024 tot 1 mei 2025 in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp moet verblijven. De kinderrechter heeft ook aandacht gevraagd voor de samenwerking met andere jeugdzorginstellingen en de noodzaak van een vertrouwensband met begeleiders. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.