In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 december 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voogdijoverdracht van een minderjarige, geboren op [geboortedag 1] 2022. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling (GI) betrokken is bij de zorg voor de minderjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds zijn geboorte bij pleegouders verblijft en dat deze pleegouders, [pleegouder 1] en [pleegouder 2], een stabiele en veilige opvoedingsomgeving bieden. De rechtbank heeft de pleegouders bereid verklaard om de voogdij over de minderjarige over te nemen en heeft geen bezwaren ontvangen van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de voogdij wordt overgedragen aan de pleegouders, die de dagelijkse zorg en opvoeding op zich nemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de overdracht van de voogdij op 19 januari 2025 kan plaatsvinden. De rechtbank heeft de GI ontslagen van de voogdij en de pleegouders benoemd tot nieuwe voogden. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. De Haas.