In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot stiefouderadoptie. De moeder en de stiefvader hebben verzocht om de adoptie van hun twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De juridische vader heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek en heeft een referteverklaring getekend. De rechtbank heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een onderzoek in te stellen naar de vraag of de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarigen is. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor stiefouderadoptie is voldaan, maar heeft twijfels over de gevolgen van de adoptie voor de kinderen. De Raad heeft aangeboden om een raadsonderzoek uit te voeren, aangezien adoptie een ingrijpende maatregel is die de bestaande familierechtelijke banden beëindigt. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden tot 25 maart 2025, in afwachting van het rapport van de Raad.