ECLI:NL:RBZWB:2024:8931
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Voorn
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en nevenvoorzieningen met betrekking tot een echtscheidingsconvenant
Op 3 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een echtscheidingszaak tussen een vrouw en een man, die op [datum] 2007 te Bergen op Zoom met elkaar gehuwd zijn. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.G.M. Baas, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.J. Jurgers, hebben gezamenlijk verzocht om echtscheiding en om het echtscheidingsconvenant op te nemen in de beschikking van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam ontwricht is en dat partijen de Nederlandse nationaliteit bezitten.
De rechtbank heeft geen mondelinge behandeling gehouden, maar heeft de verzoeken van beide partijen schriftelijk beoordeeld. Uit de ingediende F9-formulieren blijkt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de echtscheiding en het verzoek om het echtscheidingsconvenant op te nemen in de beschikking. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze overeenstemming niet ongegrond is en heeft besloten om het verzoek toe te wijzen.
In de beschikking spreekt de rechtbank de echtscheiding uit en bepaalt dat de onderlinge regelingen uit het aangehechte echtscheidingsconvenant deel uitmaken van de beschikking. De uitspraak is gedaan door mr. Voorn en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. Duerink-Bottinga.