De man vordert bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. gedaagde te veroordelen tot betaling van alle aan de woning verbonden lasten
woning met grond en toebehoren, staande en gelegen aan [het adres]
te [woonplaats] , in het bijzonder de hypotheekrente en -aflossing ad € 1.825,56
per maand) en de premie van de opstalverzekering en de gemeentelijke en
waterschapsbelastingen aan eiser, dan wel, indien eiser deze al aan de
betreffende schuldeiser heeft voldaan, respectievelijk aan [B.V.] , de
gemeente Kapelle (door tussenkomst van SABEWA) en de opstalverzekeraar, zo
lang de vrouw de woning (met uitsluiting van eiser) bewoont en gebruikt, dan
wel subsidiair, voor het geval de eiser wordt aangesproken tot betaling van deze
lasten, de man terzake van deze betalingsverplichtingen te vrijwaren dan wel
meer subsidiair, hetgeen de man ten titel van deze lasten, sedert 1 juli 2024
heeft voldaan aan eiser te betalen;
II. danwel subsidiair de vrouw te veroordelen tot voldoening van de man van een
gebruiksvergoeding welke gelijk is aan alle onder I bedoelde aan de woning
verbonden lasten;
alsmede
III. gedaagde te veroordelen medewerking te verlenen aan verkoop van de partijen
in mede-eigendom toebehorende woning met grond en toebehoren, staande en
gelegen aan [het adres] te [woonplaats] waaronder begrepen het in
behoorlijke staat openstellen van de woning voor bezichtigingen door
potentiële kopers en hun, vergezeld door de makelaar, daartoe toegang tot de
woning te verschaffen;
IV. eiser te machtigen om namens gedaagde aan [de makelaar] te [plaats],
als verkopend makelaar, verder: “de makelaar” opdracht tot verkoop te
verstrekken en te bepalen dat de makelaar en de vraag- en laatprijs van
voornoemde woning vaststelt en eiser te machtigen om, indien vereist, mede
namens gedaagde akkoord te gaan met adviezen van de makelaar ten aanzien
van de promotie van de woning alsook van de vraag- en laatprijs van de woning;
V. gedaagde te veroordelen om, indien een kandidaat-koper naar het oordeel van
de makelaar, op redelijk te achten voorwaarden, bereid is tot aankoop van de
sub I en II genoemde woning over te gaan, binnen één week na een daartoe
strekkend schriftelijk verzoek van de hiervoor bedoelde makelaar of eiser de
door de makelaar op te stellen koopovereenkomst te ondertekenen; op
verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat gedaagde na
betekening van het in deze te wijzen vonnis in gebreke mocht blijven tot
ondertekening over te gaan;
VI. gedaagde te veroordelen om, in geval van verkoop van de sub I genoemde
woning, binnen één week na een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van
eiser, haar volledige medewerking te verlenen aan de notariële
eigendomsoverdracht van haar aandeel in de onroerende zaak – en voor zover
rechtens noodzakelijk – te verschijnen voor de instrumenterende notaris, op
een door de notaris te bepalen datum en plaats en haar medewerking te
verlenen aan het doen verlijden van een (notariële) akte strekkende tot
eigendomsoverdracht, dan wel daartoe volmacht te verlenen aan notariële
medewerk(st)er werkzaam op het kantoor van deze notaris, één en ander op
verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat gedaagde in
gebreke blijft in de nakoming van deze verplichting;
VII. te bepalen dat wanneer gedaagde in gebreke blijft aan de in het te wijzen
vonnis uitgesproken veroordelingen te voldoen, het te dezen te wijzen vonnis in
de plaats treedt van haar medewerking aan, toestemming voor of
ondertekening van het koopcontract en/of de notariële leveringsakte;
VIII. te bepalen dat gedaagde de sub I genoemde woning in geval van verkoop
uiterlijk 48 uur vóór de door de notaris vast te stellen dag van eigendoms- overdracht onder afgifte van de sleutels aan de instrumenterende notaris ontruimd dient te hebben met alle daarin aanwezige personen en zaken;
IX. te bepalen dat wanneer gedaagde in gebreke blijft aan in de onder VI genoemde
veroordeling te voldoen, de kosten van nadere maatregelen tot ontruiming voor
rekening komen van gedaagde;
X. te bepalen dat iedere partij gehouden is de helft van de kosten van de
makelaar, de notaris en de overige kosten van de verkoop en levering te dragen;
XI. te bepalen dat de (netto) verkoopopbrengst, onder aftrek van – onder meer - de
hypotheekaflossing en verkoopkosten, op een derdenrekening van de notaris of
van de derdenrekening van de advocaat van eiser zal blijven staan in afwachting
van een uitspraak in de bodemprocedure dan wel toezending van een door
partijen op te stellen gelijkluidend bericht waarin overeenstemming is
vastgelegd omtrent de wijze van verdeling van de netto verkoopopbrengst.
XII. met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure aan de zijde
van eiser, waaronder het salaris van diens advocaat, griffierecht,
deurwaarderskosten en nakosten.