ECLI:NL:RBZWB:2024:892

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 februari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
02-041677-21
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit van kinderporno en heimelijk filmen

Op 15 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno en het heimelijk filmen van een persoon in een woning. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 1 februari 2024, waarbij de officier van justitie, mr. P.W.P. Emmen, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte had in het verleden al een voorwaardelijk sepot voor het bezit van kinderporno gehad, wat zijn bewustzijn van de risico's vergrootte.

De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 8 augustus 2019 in Breda een laptop, een harde schijf en een mobiele telefoon in bezit had, waarop afbeeldingen en video's stonden van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. Daarnaast had hij heimelijk opnamen gemaakt van een persoon in een studentenwoning door een camera onder het bureau te plaatsen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten en dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij kinderpornografisch materiaal zou downloaden.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 100 dagen, waarvan 99 dagen voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden, en een taakstraf van 80 uur. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De uitspraak benadrukte de verwerpelijkheid van kinderporno en de schade die dit toebrengt aan de betrokken kinderen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/041677-21
vonnis van de meervoudige kamer van 15 februari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1957 te [geboorteplaats]
wonende te [woonadres]
raadsman mr. B.P.A. van Beers, advocaat te Roosendaal

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 1 februari 2024, waarbij de officier van justitie mr. P.W.P. Emmen en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte kinderporno in bezit heeft gehad (feit 1) en heimelijk afbeeldingen en filmpjes heeft gemaakt van [slachtoffer] in een woning (feit 2).

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno en het heimelijk filmen van [slachtoffer] .
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Feit 2
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte een camera heeft geplaatst onder het bureau op de kamer die [slachtoffer] van hem huurde en hem daarmee heimelijk heeft gefilmd. Verdachte heeft dit ook bekend, zodat de rechtbank het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen acht.
Feit 1
Naar aanleiding van dit incident zijn de computer en digitale gegevensdragers van verdachte in beslag genomen en onderzocht. Een willekeurige selectie van ongeveer 49% van het totaal aantal afbeeldingen van die gegevensdragers is onderzocht. Hiervan zijn in totaal 415 afbeeldingen en 18 video’s beoordeeld als kinderpornografisch. Hierbij waren 372 afbeeldingen en 14 video’s toegankelijk (‘accessible’). De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen vaststaat dat verdachte kinderporno in zijn bezit heeft gehad.
Voor een bewezenverklaring van het tenlastegelegde bezit van kinderporno moet verdachte vol of voorwaardelijk opzet op dit bezit hebben gehad.
Verdachte ontkent doelbewust op zoek te zijn geweest naar kinderporno en het dossier bevat geen aanknopingspunt dat verdachte
volopzet op het bezit van kinderporno heeft gehad.
Van voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – zoals in dit geval het bezit van kinderporno – is sprake als verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zal intreden. De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij komt betekenis toe aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten.
Uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting volgt dat verdachte veelvuldig porno verzamelde. Verdachte heeft verklaard dat hij geïnteresseerd is in jongere mannen in de leeftijd van 18 tot 25 jaar. Hij zocht op internet naar ‘strakke en gladde jongens’, vaak met een Aziatisch uiterlijk, omdat zij er jonger uitzien. Verdachte downloadde de porno van internetsites op basis van een ‘thumbnail’ van de afbeeldingen en filmpjes. Doordat dit een verkleinde weergave is van een bestand, kon hij naar eigen zeggen niet precies zien of dit kinderpornografisch materiaal betrof. Verdachte heeft verklaard dat hij alle gedownloade afbeeldingen en filmpjes in een mapje plaatste en vervolgens de inhoud van de downloads bekeek en beoordeelde of de jongens op de afbeeldingen en filmpjes jonger dan 18 jaar waren. In dat geval verwijderde hij de afbeeldingen en filmpjes. Door drukte deed hij dit niet altijd direct, aldus verdachte.
De rechtbank stelt vast dat verdachte in 2017 reeds een voorwaardelijk sepot heeft gehad voor het bezit van kinderporno. Verdachte wist dus dat hij met de manier waarop hij porno van internet downloadde ook kinderpornografisch materiaal kon downloaden. Verdachte was door dit voorwaardelijk sepot dan ook een gewaarschuwd man. Ook daarna begaf verdachte zich zoals hijzelf zegt in een ‘grijs gebied’. Verdachte heeft direct na zijn aanhouding tegen de politie verklaard dat er op de gegevensdragers mogelijk beeldmateriaal zou staan dat ‘op het randje’ zou zijn. Met het risicovolle zoekgedrag liep verdachte de kans dat hij kinderpornografisch materiaal binnen zou halen. Verdachte wist dit ook gelet op zijn verklaring dat hij de afbeeldingen en video’s waarop minderjarigen te zien waren, verwijderde.
De rechtbank is gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat verdachte met zijn gedragingen willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat tussen de gedownloade afbeeldingen, kinderpornografische afbeeldingen zaten en dat hij aldus kinderporno in zijn bezit heeft gehad. Dat de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen volgens verdachte als bijvangst zouden moeten worden beschouwd, doet daar niet aan af, nu hij - zoals hiervoor overwogen - zijn zoekgedrag na het aantreffen daarvan niet heeft aangepast.
De rechtbank acht het onder feit 1 tenlastegelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 8 augustus 2019 te Breda, te weten een laptop (Acer) en een harde schijf (Samsung) en een mobiele telefoon (Samsung) en een geheugenkaart, bevattende afbeeldingen en films van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het met de penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis oraal
en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (dossierpagina 111:
[bestand 1] ) en
het met de vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van de
geslachtsdelen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt en/of
het zichzelf met de vinger(s)/hand betasten en/of aanraken met van de
geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt (dossierpagina 114 ev:
[bestand 2] , [bestand 3] ,
[bestand 4] , [bestand 5] ,
[bestand 6] , [bestand 7] ) en
het geheel en/of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een
omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding die niet bij zijn leeftijd past
en/of (waarnaar) door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose de
uitsnede van de afbeeldingen en/of films nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen
in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling; (dossierpagina 114 ev:
[bestand 8] , [bestand 9] , [bestand 10] ,
[bestand 11] , [bestand 12] , [bestand 13] , [bestand 14] , [bestand 15] ,
[bestand 16] , [bestand 17] , [bestand 18] , [bestand 19] ,
[bestand 20] , [bestand 21] , [bestand 22] ,
[bestand 23] );
2
op 8 augustus 2019 te Breda, gebruik makende van een technisch hulpmiddel, te weten een camera, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt opzettelijk en wederrechtelijk van [slachtoffer] aanwezig in een woning, te weten een (studenten)kamer (gelegen aan [woonadres] ) een of meer afbeeldingen/filmpjes heeft vervaardigd.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 100 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 99 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met als bijzondere voorwaarden onder meer een meldplicht bij de reclassering en – indien nodig – een ambulante behandeling en daarnaast een taakstraf van 80 uur. Indien verdachte bereid is mee te werken aan het controleren van zijn gegevensdragers dan kan dat ook als bijzondere voorwaarde worden opgelegd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt rekening te houden met de omstandigheden dat verdachte niet bewust heeft gezocht naar kinderporno en de overschrijding van de redelijke termijn. Verdachte is bereid mee te werken aan de voorwaarden die de reclassering heeft geformuleerd. De verdediging bepleit dat kan worden volstaan met 1 dag gevangenisstraf met aftrek van voorarrest en een deels voorwaardelijke taakstraf met bijzondere voorwaarden.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. Kinderporno is verwerpelijk, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen ernstig seksueel worden misbruikt en uitgebuit. De betrokken kinderen lopen vaak naast lichamelijke ook psychische schade op die gedurende lange tijd diepe sporen nalaat. Verdachte heeft met het downloaden van de afbeeldingen en films bijgedragen aan het in stand houden van de verspreiding en productie van kinderporno.
Verdachte heeft daarnaast in zijn woning in de kamer die hij aan [slachtoffer] verhuurde een camera onder het bureau opgehangen. Daarmee heeft hij heimelijk opnamen gemaakt van [slachtoffer] . Verdachte heeft hiermee op grove wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] . Hij heeft daarmee zijn vertrouwen ernstig geschaad.
De persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank houdt rekening met het strafblad van verdachte. Daaruit blijkt dat hij eerder een voorwaardelijk sepot heeft gekregen voor het bezit van kinderporno.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies dat over verdachte is opgesteld. De reclassering schat de kans op recidive in als gemiddeld. Zij adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een ambulante behandeling en het vermijden van kinderporno waaronder ook controle van zijn gegevensdragers valt. Verdachte heeft zich ter zitting bereid verklaard zich aan deze bijzondere voorwaarden te houden.
Redelijke termijn
De rechtbank constateert dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van berechting als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarin is aan verdachten in strafzaken het recht toegekend op berechting binnen een redelijke termijn. Daarop kan inbreuk worden gemaakt door het tijdsverloop vanaf het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het Openbaar Ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De rechtbank stelt vast dat de termijn is gaan lopen op 9 augustus 2019, de datum waarop verdachte in verzekering is gesteld en verhoord. De redelijke termijn is dus met tweeënhalf jaar overschreden. De rechtbank zal dit verdisconteren in de straf.
Straf
Naast voornoemde aspecten houdt de rechtbank bij de bepaling van de hoogte van de straf rekening met de toepassing van het taakstrafverbod in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht en de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS. Die vermelden als vertrekpunt voor de straftoemeting bij het bezitten van kinderporno een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van 6 maanden waarvan een kort gedeelte onvoorwaardelijk met bijzondere voorwaarden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste straf passend en geboden is. De rechtbank volgt de officier van justitie dan ook in de strafeis en legt aan verdachte op een gevangenisstraf van 100 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 99 dagen voorwaardelijk met oplegging van de door de reclassering geformuleerde voorwaarden en een proeftijd van twee jaar. Daarnaast legt zij aan verdachte een taakstraf van 80 uur op.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 139f en 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging,
waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is
betrokken, in bezit hebben;
feit 2:gebruik maken van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op
duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon,
aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een
afbeelding vervaardigen;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 100 dagen, waarvan 99 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijk deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres: Langendijk 34 te Breda. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte zich diagnostisch laat onderzoeken en – indien nodig – laat behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van het seksueel getint communiceren met minderjarigen, het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De controle vindt maximaal drie keer per jaar plaats en beperkt zich tot de vraag of de veroordeelde kinderpornografisch materiaal en/of seksuele communicatie met minderjarigen vermijdt. De controle is niet gericht op het verkrijgen van een compleet beeld van het persoonlijke leven van de veroordeelde. Hij verschaft daartoe toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers en verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De reclassering kan hiertoe een deskundige meenemen voor technische ondersteuning, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 80 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
40 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. van der Linden, voorzitter, mr. D.S.G. Froger en
mr. J.S. Dobosz, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. van Krevel, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 februari 2024.
Mr. Froger, mr. Dobosz en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.