ECLI:NL:RBZWB:2024:8891

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
C/02/429182 / FA RK 24-5549
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene wegens psychogeriatrische aandoening

Op 10 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene, geboren in 1943. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij betrokkene werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. C.L.M. Gommers, en verschillende zorgprofessionals werden gehoord. Betrokkene verzet zich tegen de opname, maar de rechtbank oordeelt dat hij lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, vermoedelijk een combinatie van de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie. Dit leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en financiële problemen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en dat er zorgen zijn over zijn hygiëne en financiële situatie. Ondanks de bezwaren van betrokkene, oordeelt de rechtbank dat opname noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter Meyboom, met griffier mr. Brok aanwezig. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/429182 / FA RK 24-5549
Datum uitspraak: 10 december 2024
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1943 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. C.L.M. Gommers te Breda.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 27 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. C.L.M. Gommers;
  • mevrouw [naam 1] , casemanager, behandelaar;
  • mevrouw [naam 2] , wijkverpleegkundige;
  • mevrouw [naam 3] , dochter van betrokkene.

2.Het verzoek

2.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene vindt het geen goed idee dat hij zou moeten worden opgenomen. Hij heeft een mooie douche die hij weleens gebruikt en hij zit graag in bad. Het eten brengt zijn dochter en dat eet hij altijd op. Het komt volgens betrokkene niet voor dat hij alle boodschappen in één keer opeet. Betrokkene stelt binnenshuis niet te vallen. Het is volgens hem flauwekul dat hij onlangs van de trap is gevallen. Buitenshuis komt het weleens voor omdat hij zijn voeten niet goed optilt, maar daar heeft hij altijd last van gehad. Er is vorige week iemand gekomen om betrokkene te wassen. Dat vond hij eerst niet leuk, maar ze deed het netjes en dat was betrokkene goed bevallen. Verder vertel betrokkene dat zijn dochter zich overal mee bemoeit. Dat vindt hij niet fijn, omdat hij niet veel bemoeienis nodig heeft.
3.2.
De casemanager zegt dat ze nu ongeveer een jaar betrokken is en dat vanaf het begin al signalen waren van een eigenzinnige persoonlijkheid. Betrokkene heeft geen ziekte-inzicht en de casemanager heeft vernomen dat de zelfzorg minimaal is. Zo is er vervuiling door de slechte zelfzorg, heeft betrokkene moeite met het vormen van een dagstructuur en slaapt hij veel. Er zijn ook zorgen dat meer gevaarlijke situaties ontstaan doordat betrokkene gebroken glas laat liggen en daar doorheen loopt of doordat betrokkene valt.
3.3.
De wijkverpleegkundige maakt zich zorgen om de persoonlijke hygiëne van betrokkene. Hij heeft tot vorige week alle hulp geweigerd, maar hij heeft zich na lang proberen nu éénmaal laten wassen. Het is niet duidelijk wat betrokkene in het vervolg gaat accepteren met betrekking tot hulp, maar ze denkt dat het onvoldoende is. Daarnaast ziet ze dat de koelkast bij betrokkene vaak leeg is en dat zijn loopfunctie verminderd is.
3.4.
De dochter van betrokkene geeft aan dat betrokkene weldegelijk een keer van de trap af is gevallen en dat hij buitenshuis vaker valt. Betrokkene ligt volgens zijn dochter ook de hele dag in bed en soms zijn de weekboodschappen die voor hem zijn gehaald na een dag alweer op. Verder vertelt ze dat ze in eerste instantie in beeld is gekomen om te helpen bij de financiën, omdat betrokkene diep in de schulden zit. Daar maakt de dochter zich zorgen over, Betrokkene heeft een Roemeense vriendin die in zijn huis woont en teert op zijn zak. Zo is er in Roemenië een groot huis gebouwd en heeft betrokkene daar een vaag bedrijf. Dat is doorgegaan, totdat de vriendin van betrokkene geen toegang meer had tot zijn financiën. De dochter is bang dat er misschien nog een hoop andere dingen zijn met betrekking tot de financiën en de vriendin van betrokkene die ze niet weet. De vriendin moet door haar schulden nu werken bij het bedrijf van betrokkene. Dat bedrijf heeft hij samen met zijn broers en de verkoop daarvan moet volgend jaar afgerond worden. De dochter hoopt de verkoop samen met de bedrijfsmanager voor elkaar te krijgen, om de schulden van betrokkene af te kunnen lossen. Er zijn verschillende mensen die geld eisen op een nette, maar ook op een niet zo nette manier. De schuld betreft onder meer tientallen duizenden euro’s aan niet betaalde belastingen. Daardoor kan de dochter niet veel boodschappen halen voor betrokkene omdat hij daar simpelweg de financiën niet voor heeft.
3.5.
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek. Over de diagnose laat betrokkene zich niet uit, maar het ernstig nadeel ziet hij niet. De zorgen die men om hem heeft ziet hij als betutteling en hij stelt dat ze onterecht zijn. Betrokkene vindt zijn leven prima zoals het nu gaat.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening. Bij betrokkene is er sprake van dementie. Dit is vermoedelijk een mengbeeld van de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie.
4.3.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
4.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene door zijn dementie vooral in bed ligt en weinig initiatief neemt. Daarnaast is er sprake van stoornissen in het korte- en langetermijngeheugen. Ook wast betrokkene zichzelf niet en kan hij zijn huishouden niet meer overzien. Verder bestaan er twijfels over het eetpatroon van betrokkene en zijn de weekboodschappen soms binnen één dag op. Betrokkene is eveneens niet in staat om zijn financiële situatie te overzien en er bestaat een vermoeden dat betrokkene wordt uitgebuit door een arbeidsmigrant die bij betrokkene inwoont. Hij zou mede hierdoor in de schulden zijn beland. De dochter van betrokkene zorgt voor hem, maar zij kan dit niet meer aan.
4.5.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene verzet zich hiertegen. Betrokkene geeft verbaal aan niet te willen verhuizen en al helemaal niet naar een verpleeghuis. Hij stelt dat dat niet nodig is, omdat hij zich thuis nog prima kan redden.
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Betrokkene heeft behoefte aan niet-planbare 24-uurs zorg. Betrokkene weigert extra hulp in de thuissituatie. Daarnaast kan in de thuissituatie geen 24-uurs zorg geboden worden.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1943 in [geboorteplaats] ;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
10 juni 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 december 2024 door mr. Meyboom, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 17 december 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.